Deutsch
INSTANDHALTUNG
MESSER SCHLEIFEN (2-3-4 SCHNEIDE)
1. Die Mähermesser sind umkehrbar: wenn eine Seite stumpf ist, kann
das Messer umgedreht, und auf der anderen Seite verwendet werden
(Abb. 75).
2. Die Mähermesser werden mit einer Flachfeile mit einfachem Schnitt
geschliff en (Abb. 76).
3. Alle Schneiden gleichmäßig feilen, damit die Messer ausgeglichen sind.
4. Wenn die Messer nicht korrekt geschliff en sind, können sie anormale
Vibrationen der Maschine verursachen und dadurch beschädigt werden.
SCHLEIFEN DER SCHEIBE
Stets das Schneidblatt auf allgemeinen Zustand überprüfen. Ein korrekter
Schliff der Schneidzäline ermöglicht die höchste Leistung-sfähigkeit der
Motorsense.
Um die Zähne zu schleifen, eine Feile oder Schleifwerkzeug benutzen und
mit leichtem Druck vorgehen, dabei die in Abb. 72-73 angegebenen Winkel
und Maße berücksichtigen.
SCHÄRFEN DES SÄGEBLATTS
• Die entsprechenden Schärfanweisungen finden Sie auf der Verpackung
des Schneidwerkzeugs.
Ein richtig geschärftes Blatt ist wichtig für effizientes Arbeiten
und zur Vermeidung von unnötigem Verschleiß an Sägeblatt und
Durchforstungssäge (Abb.77).
• Achten Sie darauf, dass das Sägeblatt beim Feilen ein gutes Widerlager
hat. Verwenden Sie eine 5,5 mm-Rundfeile.
• Der Feilwinkel beträgt 15°. Feilen Sie im Wechsel Zähne rechts und
die dazwischenliegenden links. Falls das Sägeblatt starke Einkerbungen
durch Steine aufweist, kann es in besonderen Fällen notwendig sein, die
oberen Kanten der Zähne mit einer Flachfeile nachzuarbeiten. Dies ist
ggf. durchzuführen, bevor mit der Rundfeile gearbeitet wird. Die oberen
Kanten müssen bei allen Zähnen auf gleiche Höhe gefeilt werden (Abb.78).
ACHTUNG! – Ein falsches Schneidwerkzeug oder ein nicht korrekt
geschliff enes Messer erhöhen die Risiken eines Rückstoßes. Kontrollieren
Sie die Rasenmähermesser, um festzustellen, ob Schäden oder Risse
vorhanden sind. Beschädigte Messer sind sofort zu ersetzen (Abb. 74).
VORSICHT: Reparieren Sie beschädigte Schneidwerkzeuge
niemals durch Schweißen, Richten oder Veränderung der Form. Dies
kann dazu führen, dass sich Teile des Schneidwerkzeugs ablösen und
schwere oder tödliche Verletzungen verursachen.
76
AFILADO DE LAS CUCHILLAS (2-3-4 DIENTES)
1. Las cuchillas son reversibles; cuando un lado se desafi la, se le da la
vuelta y se utiliza del otro lado (Fig. 75).
2. Las cuchillas se afi lan con una lima plana de corte sencillo (Fig. 76).
3. Para mantener la cuchilla equilibrada, lime todos los fi los de manera
uniforme.
4. Si las cuchillas no se afi lan correctamente, pueden causar vibraciones
anómalas en la máquina y romperse.
AFILADO DEL DISCO
Controle siempre las condiciones generales del disco. El correcto afi lado
del disco permite el máximo rendimiento de la desbrozadora. Para
afi lar los dientes, utilice una lima o una muela para afi lar y, respetando
los ángulos y las dimensiones indicadas en la Fig. 72-73, proceda con
pequeños toques.
AFILADO DE LA HOJA DE SIERRA
• Consulte las instrucciones de afilado en el paquete del accesorio de
corte.
El afilado correcto de la hoja es esencial para trabajar de forma eficaz y
evitar un desgaste innecesario de la hoja y la desmalezadora (Fig.77).
• Asegúrese de que la hoja está bien apoyada cuando la afile. Utilice
una rima redonda de 5,5 mm.
• El ángulo de afilado debe ser de 15°. Afile dientes alternos de la parte
derecha y los que están en medio a la izquierda. Si la hoja presenta
muchos hoyos a causa de las piedras, es posible que necesite arreglar
las aristas superiores del diente con una lima plana. Esto sólo debe
realizarse en casos excepcionales y antes de utilizar la lima redonda.
Las aristas superiores de todos los dientes deben afilarse por igual
(Fig.78)
ATENCIÓN! – El uso de una herramienta de corte equivocada
o mal afi lada aumenta el riesgo de contragolpes. Revise las cuchillas de
cortacésped para determinar si están rotas o deterioradas; sustitúyalas
si presentan el menor daño (Fig. 74).
ADVERTENCIA: No suelde, enderece ni modifique la forma
de los accesorios de corte dañados para repararlos. Algunas partes
de la herramienta podrían separarse y ocasionar lesiones graves o
mortales.
77
Español
MANTENIMIENTO
78
Nederlands
ONDERHOUD
SLIJPEN VAN MAAIMESSEN (2-3-4 TANDEN)
1. De maaimessen kunnen worden omgekeerd: wanneer een kant niet scherp
meer is, kan het mes worden omgekeerd om de andere kant te gebruiken
(Fig. 75).
2. De maaimessen worden geslepen met een platte vijl met enkelvoudige
snede (Fig. 76).
3. Om de uitbalancering te handhaven moeten alle snijkanten gelijkmatig
worden gevijld.
4. Als de messen niet goed geslepen zijn, kunnen ze abnormale trillingen
veroorzaken in de machine, waardoor de messen zelf kapot zouden
kunnen gaan.
SLIJPEN VAN DE SCHIJF
Controleer altijd de algehele conditie van het maaiblad. Een juiste scherpte
van het blad geeft maximale maaiprestaties van de bosmaaier. Om het blad
te slijpen dient men een vijl of slijpsteen te gebruiken. Het blad dient met
beleid te worden geslepen waarbij u de hoeken en rondingen aanhoudt
zoals is aangegeven in Fig. 72-73.
HET SLIJPEN VAN HET ZAAGBLAD
• Zie de verpakking van de snijwerktuigen voor de juiste aanwijzingen
voor het slijpen.
Een goed geslepen blad is essentieel om efficiënt te kunnen werken en
om onnodige slijtage van het blad en de kapzaag te voorkomen (Fig.77).
• Zorg ervoor dat het blad goed ondersteund wordt terwijl u het vijlt.
Gebruik een 5,5 mm ronde vijl.
• De vijlhoek is 15°. Vijl de tanden om de beurt naar rechts en degene er
tussenin naar links. Als het blad veel putjes van stenen vertoont kan het,
in uitzonderlijke gevallen, nodig zijn de bovenste snijkant met een platte
vijl bij te werken. Als dat zo is, dan moet dit gedaan worden voordat u
met de ronde vijl gaat werken. De bovenste snijkanten moeten bij alle
tanden gelijkmatig gevijld worden (Fig.78).
LET OP! – Verkeerd snijgereedschap of een verkeerd geslepen mes
verhogen het gevaar voor een terugslag. Controleer de maaimessen op
beschadigingen of barsten; als ze beschadigd zijn, moeten ze worden
vervangen (Fig. 74).
WAARSCHUWING: Repareer beschadigde snijwerktuigen nooit
door ze te lassen, recht te buigen of de vorm ervan te veranderen. Hierdoor
kunnen delen van het snijwerktuig losraken en dit kan ernstig of dodelijk
letsel veroorzaken.
47