REF. 53874
chakelaar, dan wordt de drukval
aangegeven op de vacuümmeter.
4.
Open de schakelaar op de pom-
ppijp wanneer de vacuümdruk da-
alt tot 0,5 bar negatief, de afgewer-
kte olie wordt uit de motor gezogen
en snel via de pomppijp in de pom-
peenheid gestroomd.
INZAMELING VAN AFGEWERKTE OLIE IN INZAMELPAN
1.
Hef het voertuig met lifter, duw vervolgens de pompeen-
heid onder de motor van het voertuig en draai de olieaf-
tapplug los.
2.
Open de aftapkogelkraan van de olieopvangbak en open
de bovenste kogelkraan op de pomptrommel, de afvalolie
stroomt in de olieopvangbak van de olievat.
AFGEWERKTE OLIE IN DE OLIETANK AFTAPPEN VANAF
MEETGLAS
Draai naar beneden om de schakelaar te openen die het meet-
glas met de olietank verbindt, en de afgewerkte olie zal via het
meetglas in de olietank worden afgevoerd.
AFVALOLIE AFTAPPEN UIT OLIETANK
1.
Schakel de schakelaar tussen meetglas en olietank uit (let
op: het is belangrijk om de schakelaar uit te zetten, anders
kan de overdruk het meetglas beschadigen).
2.
Draai los om de schakelaar te openen die met elleboog
verbindt, elleboog hangt afvalolietrommel.
3.
Sluit de snelkoppeling aan de bovenkant van de olietank
aan met een flexibele persluchtslang en open de schake-
laar voor perslucht (opmerking: de schakelaar voor per-
sluchtschakelaar kan worden uitgeschakeld zodra de
veiligheidsklep leeg is), de afgewerkte olie wordt via de
elleboog afgevoerd.
Opmerking: om de volgende redenen moet de luchtdruk stap
voor stap worden verhoogd.
1.
Luchtverlies verminderen
2.
Versnelde drukval
3.
Versnellen van het pompen van olie
MANTENANCE
1.
Periodieke inspectie om te controleren of er lekkage is,
en bijbehorend onderhoud moet onmiddellijk worden uit-
gevoerd in geval van lekkage.
2.
Afgewerkte motorolie in de pomptrommel mag niet lang-
durig worden opgeslagen om corrosie van de trommel te
voorkomen.
3.
Het oppervlak van het apparaat moet regelmatig worden
afgeveegd met een handdoek of een afveegdoek om de
reinheid te behouden.
4.
Het apparaat moet worden bewaard op een koele en
donkere plaats zonder direct zonlicht. Het apparaat moet
worden bewaard op een koele, donkere plaats en niet in
direct zonlicht.
PROBLEEMOPLOSSEN
Oplossing voor het dalen van de faaldruk van de vacuümmeter:
1.
Controleer of de inlaatluchtdruk 8 ~ 10bar is en de luchtca-
paciteit 200L / min (voor buisdiameter 6 mm).
2.
Controleer of er een klep moet worden gesloten die co-
rrect is afgesloten.
3.
Controleer of de afdichting tussen maatglas en olietank
in goede staat is.
Oplossing voor het mislukken van het pompen / aanzuigen van
olie door de juiste drukval aangegeven op de vacuümmeter:
1.
Controleer of de afdichting tussen pomp en zuigleiding
perfect is.
2.
Controleer of de temperatuur van afgewerkte olie te laag
is.
3.
Controleer of de schakelaar op de pompslang niet open
staat.
4.
Controleer of de pompslang verstopt is of de bodem van
de olietank raakt.
ONDERDELEN LIJST
1. Collectie kom
2. Glas meten
3. Pompende pijp
4. Borgschroef
5. Olie tank
6. Sta bar
7. Olieaftapleiding
8. Uitlaat haak
9. Vacuümmeter
10. Schakelaar
8
7
3
5
TECHNISCHE SPECIFICATIES
•
Luchtwerkdruk 8 ~ 10 bar
•
Vacuümgraad: negatief 0 ~ 0,8 bar
•
Tankinhoud: 70L
•
Capaciteit opvangzeef: 10L
•
Inhoud meetglas: 10L
•
Aanzuigdebiet olie volgens diameter peilstoksonde: 0,8 l
/ min (Ø5x3,5 mm); 1L / min (Ø6x4,5 mm); 1,6 L / min
(Ø8x6,5 mm)
•
Gewicht 22 kg
•
Afmetingen: 43x49x163cm
•
Medium: motorolie en versnellingsbakolie
•
Aanbevolen werkolietemperatuur: 40 ~ 60ºC
· 13 ·
1
9
6
2
4
10