ondersteund worden, dicht bij de zaaglijn en
bij de randen van de plaat.
e)
Gebruik geen stompe of beschadigde
zaagbladen. Stompe of verkeerd
geplaatste zaagbladen zorgen voor nauwe
zaagopeningen wat tot buitensporige wrijving,
vastklemmen en terugslag leidt.
f)
De sluithendels voor zaagbladdiepte en
afschuininstelling moeten stevig en veilig
vastzitten alvorens te snijden. Indien de
instelling van het zaagblad wijzigt tijdens het
zagen kan deze vastgeklemd geraken en
terugslag veroorzaken.
g)
De D23550, D23650 heeft geen
invalzaagfunctie!
Veiligheidsinstructies voor
Zagen met een Slinger-
zaagbladbeschermkap
a)
Controleer voor elk gebruik of de
onderste beschermkap goed sluit. Gebruik
de zaagmachine niet indien de onderste
beschermkap niet vrij kan bewegen en niet
onmiddelijk sluit. Klem of bind de onderste
beschermkap nooit in de geopende stand
vast. Indien de zaagmachine op de vloer
valt kan de onderste beschermkap gebogen
worden. Open de onderste beschermkap
met de terutrekhendel en controleer of het vrij
beweegt en dat het niet in contact komt met
het zaagblad of enig ander onderdeel, bij alle
zaaghoeken en zaagdiepten.
b)
Controleer de werking van de veer van
de onderste beschermkap. Indien de
beschermkap en de veer niet correct werken
moeten ze voor gebruik onderhouden
worden. De onderste beschermkap kan
mogelijks traag werken met beschadigde
onderdelen, plakkende aanslag of ophoping
van puin als oorzaak.
c)
De onderste beschermkap zou enkel
manueel moeten worden geopend bij
bijzondere insnijdingen zoals invallend
zagen en haaks zagen. Open de onderste
beschermkap met de terugtrekhendel en
laat deze los zodra het zaagblad in het
materiaal wordt ingevoerd. Bij alle andere
zaagwerkzaamheden zou de onderste
beschermkap automatisch moeten werken.
d)
Zorg ervoor dat de onderste
beschermkap het zaagblad bedekt voor
u de zaagmachine neerlegt op een bank
of de vloer. Een onbeschermd, uitlopend
zaagblad zal de zaagmachine achterwaarts
laten lopen en alles in haar pad snijden. Let
op de tijd die het zaagblad nodig heeft om te
stoppen nadat de schakelaar is losgelaten.
Bijkomede veiligheidsvoorschriften
voor alle zagen met spouwmes
a)
Gebruik het geschikte spouwmes voor het
zaagblad dat gebruikt wordt. Opdat het
spouwmes goed zou werken moet het dikker
zijn dan het zaagbladlichaam maar dunner
dan de tandzetting van het zaagblad.
b)
Stel het spouwmes in zoals getoond
in deze gebruiksaanwijzing. Ongepaste
scheiding, plaatsing en op lijn brengen kan
het spouwmes oneffectief maken voor het
vermijden van terugslag.
c)
Gebruik altijd het spouwmes, behalve
bij het invalzagen. Het spouwmes moet
worden teruggezet na het invalzagen. Het
spouwmes komt in het gedrang bij het
invalzagen en kan terugslag veroorzaken.
d)
Opdat het spouwmes zou werken, moet
het aan het werkstuk gekoppeld zijn. Het
spouwmes is onefficiënt voor het vermijden
van terugslag tijdens korte sneden.
e)
Gebruik de zaagmachine niet indien het
spouwmes gebogen is. Zelfs een kleine
belemmering kan de sluitsnelheid van een
beschermkap vertragen.
Bijkomende
Veiligheidswaarschuwingen voor
Cirkelzaag
• Draag oorbeschermers. Blootstelling aan
lawaai kan leiden tot gehoorverlies.
• Draag een stofmasker. Blootstelling aan
stofdeeltjes kan voor ademhalingsproblemen en
mogelijke verwondingen zorgen.
• Gebruik geen bladen met een grotere
of kleiner diameter dan aanbevolen.
Zie de technische gegevens voor de juiste
zaagcapaciteiten. Gebruik enkel de bladen
gespecificeerd in deze handleiding die voldoen
aan EN 847-1.
• Gebruik nooit schurende afsnijwielen.
Overige risico's
De volgende risico's zijn inherent aan het gebruik
van cirkelzagen:
– Letsel als gevolg van het aanraken van
ronddraaiende onderdelen of hete onderdelen
van het gereedschap
NEDERLANDS
71