GEVAAR
Gevaar voor letsel! Voor alle werkzaamhe-
den aan het apparaat:
Apparaatschakelaar op „0" stellen.
Netstekker uittrekken.
Storing
Motor/pomp start niet of scha-
kelt tijdens de werking zelfstan-
dig uit.
Controlelampje "Vuilwaterreser-
voir vol" brandt.
Arbeidsdruk van minimum 3 bar
wordt niet bereikt.
Gereinigde loopvlakken zijn te
nat.
Gereinigde loopvlakken zijn niet
proper.
Controlelampje "Overbelasting
borstelmotor" brandt.
Hulp bij storingen
Achterste wielen arrêteren.
Resterende reinigingsvloeistof aflaten
Vuil water aftappen en verwijderen.
Oplossing
Vuilwaterreservoir vol, leegmaken.
Voetpedaal induwen.
Vuilwaterreservoir vol, leegmaken.
Indien het schoonwaterreservoir leeg is, volledig vullen
(35 liter).
Leidingsysteem op ondichtheden controleren. Indien no-
dig de klantendienst contacteren voor het afdichten.
Sproeiers controleren.
Pomp door de klantendienst laten reinigen.
Kammen op slijtage controleren, indien nodig vervangen.
Afdichting van het deksel van het vuilwaterreservoir con-
troleren op beschadiging, indien nodig vervangen.
Opnameborstels op slijtage controleren, indien nodig ver-
vangen.
Zuigstukken en zuigslangen op verstopping controleren,
indien nodig reinigen.
Controleren of het deksel van het vuilwaterreservoir vol-
ledig gesloten is.
Controleren of de juiste kammen gemonteerd zijn.
Sproeiers voor reinigingsvloeistof controleren op verstop-
ping, indien nodig reinigen of vervangen.
Afdichting van het deksel van het vuilwaterreservoir con-
troleren op beschadiging, indien nodig vervangen.
Walsborstels en opnameborstels op slijtage controleren,
indien nodig vervangen.
Reinigingsmiddel controleren. Concentratie van de reini-
gingsoplossing controleren.
Opnameborstels op slijtage controleren, indien nodig ver-
vangen.
Controleren of het deksel van het vuilwaterreservoir vol-
ledig gesloten is.
Controleren of de juiste kammen gemonteerd zijn.
Apparaatschakelaar op „0" zetten, vervolgens opnieuw in
de gewenste stand draaien. Indien de storing vaker op-
treedt, klantendienst raadplegen.
Banden of snoeren van borstels verwijderen.
– 11
NL
en verwijderen.
65