●
Als moeren of wartels voor trompverbindingen moet u de
moeren of wartels gebruiken die met de apparatuur werden
meegeleverd, of anders moeren of wartels die geschikt
zijn voor gebruik met R410A (type 2). De koelleidingen die
worden gebruikt moeten de correcte wanddikte hebben zoals
staat aangegeven in de tabel hieronder.
Aandraaikracht
Buisdiameter
(ongeveer)
14 – 18 N · m
ø6,35 (1/4")
{140 – 180 kgf · cm}
34 – 42 N · m
ø9,52 (3/8")
{340 – 420 kgf · cm}
49 – 61 N · m
ø12,7 (1/2")
{490 – 610 kgf · cm}
68 – 82 N · m
ø15,88 (5/8")
{680 – 820 kgf · cm}
Omdat de druk ongeveer 1,6 keer hoger is dan bij gebruik
van conventionele koelmiddelen, kan gebruik van gewone
moeren of wartels (type 1) of buizen met dunnere wanden
leiden tot barsten en daardoor tot letsel of zelfs verstikking
door lekkage van koelmiddel.
●
Om beschadiging van de tromp door het te vast aandraaien
van de moeren of wartels te voorkomen, kunt u de tabel
hierboven gebruiken als richtlijn bij het aandraaien.
●
Bij het aandraaien van de moer of wartel van de
vloeistofleiding dient u een instelbare steeksleutel (baco) te
gebruiken met een handgreep van nominaal 200 mm lang.
5-3. Isoleren van de koelleidingen
Leidingisolatie
● Er moet thermische isolatie worden aangebracht op alle
leidingen van alle units, inclusief de verdeelstukken (ter
plaatse aan te schaffen).
* Voor de gasleidingen moet het isolatiemateriaal
hittebestendig tot 120°C of hoger. Voor de andere
leidingen moet de isolatie hittebestendig zijn tot 80°C of
hoger.
Het isolatiemateriaal moet minstens 10 mm dik zijn.
Als de omstandigheden in het plafond hoger zijn een
temperatuur van 30°C en een relatieve luchtvochtigheid
van 70%, moet u de dikte van het bij stap 1 gebruikte
isolatiemateriaal voor de gasleidingen vergroten.
Twee buizen samengebundeld
Vloeistofleidingen
Isolatie
LET OP
Als het exterieur van de kleppen van de buitenunit is
afgewerkt met een vierkant kanaal of iets dergelijks, moet u
ervoor zorgen dat er voldoende ruimte is om de kleppen te
gebruiken en om de panelen te verwijderen en weer terug
te zetten.
Afplakken van de afsluitende moeren en wartels
Wikkel wit isolatieband rond de afsluitende moeren en wartels
rond de leidingverbindingen. Dek vervolgens de verbindingen
af met de trompisolatiestukken en vul de opening bij de
aansluitpijp op met het meegeleverde isolatieband. Zet
het isolatiestuk tenslotte aan beide uiteinden vast met de
meegeleverde plastic klemmen. (Afb. 5-8)
Buisdikte
0,8 mm
0,8 mm
0,8 mm
1,0 mm
Gasleidingen
Afb. 5-7
130
Trompisolatiestuk (meegeleverd)
Trompverbinding
Unitzijde
Afsluitende moer/wartel
Isolatiemateriaal
Het materiaal dat als isolatie wordt gebruikt moet beschikken
over goede isolatiekarakteristieken, moet gemakkelijk zijn in
het gebruik, mag niet snel verouderen en mag niet gemakkelijk
vocht opnemen.
LET OP
Nadat een leiding is geïsoleerd, mag u deze in geen
geval meer in een nauwe bocht proberen te buigen, want
hierdoor kan de leiding breken of barsten.
Grijp in geen geval de afvoeropening of de aansluitingen
voor het koelmiddel vast wanneer het toestel verplaatst
moet worden.
5-4. Tapen van de leidingen
(1) De koelleidingen (en de elektrische bedrading, als
dat mag volgens de bouwverordening of andere
regelgeving) moeten nu met versterkt plakband
worden samengebundeld. Om te voorkomen dat het
afvoerreservoir overloopt met condens, moet u de
afvoerslang gescheiden houden van de koelleidingen.
(2) Wikkel het versterkte plakband om de leidingen vanaf
de onderkant van de buitenunit tot de bovenkant van de
leidingen waar deze muur in gaan. Overlap steeds de helft
van de vorige gang bij het wikkelen van het plakband om
de leidingen.
(3) Bevestig de leidingenbundel aan de wand met ongeveer 1
klem per meter. (Afb. 5-9)
Geïsoleerde leidingen
OPMERKING
Wikkel het versterkte plakband niet te strak, want dit zal
de isolerende werking verminderen. Zorg er ook voor dat
de afvoerslang voor de condens gescheiden loopt van de
leidingenbundel en niet op of in de apparatuur en de leidingen
druppelt.
Isolatieband (wit)
(meegeleverd)
Leidingisolatie
(niet meegeleverd)
Hittebestendig tot
120°C of hoger
Afb. 5-8
Klem
Afvoerslang
Afb. 5-9