PARAMETER
DODEMANSMODUS:
deA
23
0 = uitgeschakeld
1 = ingeschakeld
Cyclusdrempel voor verzoek om hulp. Zodra de drempel is bereikt,
worden de volgende cycli uitgevoerd met snel knipperen (als FPR
SEr
24
actief is).
0 = uitgeschakeld
Continu knipperen inschakelen voor verzoek om hulp (functie
alleen uitgevoerd met gesloten automatisering):
SEf
25
0 = uitgeschakeld
1 = ingeschakeld
Duur van de afloopstap van de motorstop, in geval van onmiddellijke
SFt
26
stop als gevolg van alarmen of beveiligingen. Niet in aanmerking
genomen in geval van een bekabeld STOPCOMMANDO.
EnP
27
Tijd van encoder.
dEF
28
De standaardwaarden instellen (RESET)
TRS
29
De geheugenpositie van de enkele zender weergeven.
trC
30
Verwijder enkele zender.
Alle radiogeheugen gewist. Voer in om de parameter te wijzigen
trF
31
en houd vervolgens de toets "MENU" ingedrukt. Er verschijnt een
aftelprocedure en eindigt met het woord don.
SId
32
Niet in gebruik
1. SELECTEER INVOERAPPARAAT VOOR HET OPENEN VAN DE IAO (0 – 4) standaard = 0
Met deze parameter kunt u selecteren welke fotocel of lus de opening bestuurt. WAARSCHUWING! Het is niet mogelijk om PH3 of
S3 te selecteren voor deze functie, omdat deze zijn gereserveerd voor detectie van aanwezigheid in de buurt van de automatisering.
•
Waarde 0 = functie uitgeschakeld.
•
Waarde 1 = PH1 (fotocel 1) bevelt de opening.
•
Waarde 2 = PH2 (fotocel 2) bevelt het openen.
•
Waarde 3 = S1 (lus 1) geeft het openen aan.
•
Waarde 4 = S2 (lus 2) bevelt het openen.
2. SELECTEER INVOERAPPARAAT VOOR HET SLUITEN VAN DE IAC (0 – 5) standaard = 0
Met deze parameter kunt u selecteren welke fotocel of lus het sluiten bestuurt. WAARSCHUWING! Als PH3 of S3 voor deze functie
zijn geselecteerd, blijven deze, naast de mogelijkheid om een sluiting te regelen bij uitschakeling, functioneren als beveiliging om
de beweging om te keren in geval van interventie tijdens het sluiten van de boom / mast.
•
Waarde 0 = functie uitgeschakeld.
•
Waarde 1 = PH1 (fotocel 1) geeft het sluiten aan.
•
Waarde 2 = PH2 (fotocel 2) geeft het sluiten aan.
•
Waarde 3 = S1 (lus 1) geeft het sluiten aan.
•
Waarde 4 = S2 (lus 2) geeft het sluiten aan.
•
Waarde 5 = PH3 en S3 (fotocel en lus in de buurt van de automatisering) geef opdracht tot het sluiten na het transport.
6-1622396 - rev. 3 - 21/09/2021
DESCRIPTION
DEFAULT
MIN
MAX
CUSTOM
0
0
1
0
0
100
0
0
1
3
0
20
7
4
80
0
0
0
Nederlandse - 29 / 36
UM
x1000
cicli
x100ms
ms