Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
Zet, om de accu te starten, de schakelaar op de «START» positie. Ga naar de bestuurdersplaats van het voertuig. De
functie «starten» wordt geactiveerd op het moment dat u de contactsleutel omdraait. Deze functie moet uitgeschakeld
worden zodra het voertuig opstart. Het wordt aanbevolen om met 2 personen te werken, zodat de persoon die zich het
dichtst bij de START bevindt de START positie op het laatste moment kan inschakelen, en die het toestel direct weer kan
uitschakelen zodra het voertuig opstart.
Wacht 2 minuten tussen 2 startpogingen als de motor niet meteen opstart. De duur van de poging mag maximaal 3 sec
zijn.
Nb: Als het voertuig niet start, wil dat niet direct zeggen dat de accu in slechte staat verkeert. De oorzaak van het
probleem kan ook bij de dynamo, bij de gloeibougies of elders liggen.
Volg na elk gebruik de aanbevelingen voor het loskoppelen op.
BEVEILIGINGEN
Dit apparaat is ontworpen met maximale beveiligingen:
• De laad klemmen zijn volledig geïsoleerd.
• Twee zekeringen voor de beveiliging tegen ompoling en kortsluiting :
Primary fuse
Fusible secondaire
Het vervangen moet handmatig gebeuren.
• De thermische beveiliging wordt verzekerd door een thermostaat (afkoeling ongeveer een kwartier). Het groene
lampje gaat uit bij oververhitting voor de start 200, of het oranje lampje gaat aan bij de start 300.
GESULFATEERDE OF BESCHADIGDE ACCU
De START apparaten kunnen beschadigde of gesulfateerde accu's niet herkennen.
• De accu is zwaar beschadigd als tijdens het laden de naald van de ampèremeter snel naar zeer hoge waarden schiet.
De accu is definitief buiten gebruik.
• in geval van een gesulfateerde accu : stel het apparaat in op de meest sterke «BOOST» modus en controleer
regelmatig of de ampèremeter een laadstroom aangeeft. Zodra de laadstroom toeneemt, instellen op de bij de accu
passende laadsterkte. Indien er na 5 uur geen verbetering optreedt, is de accu definitief buiten gebruik.
Waarschuwing - Deze handeling mag alleen uitgevoerd worden als de accu losgekoppeld is van het voertuig.
AFWIJKINGEN, OORZAKEN, OPLOSSINGEN
Afwijkingen
De AAN/UIT knop brandt niet wanneer
deze op de AAN positie staat (alleen
START 300)
De ampère-meter van het apparaat slaat
niet uit.
36
START 200 / 300
Start 200
(No Gys reference for sells)
Cylindrical 5× 20 mm - 5 A
Littel Fuse reference: 0314.005MXP
Gys reference : 054622
Type: BF1 – M5 - 32 V 50 A
Littel Fuse reference: 153.5631.5502
Oorzaken
Geen netspanning.
Probleem met de netspanning
Kortsluiting van de klemmen of
omgekeerde polariteit
De accu die u wilt opladen is defect.
Spanningsfout (12 - 24V)
Als gevolg van intensief gebruik is uw
apparaat overgeschakeld op thermische
beveiliging.
Start 300
C51382 (No Gys reference for sells)
Cylindrical 5× 20 mm - 10 A
Littel Fuse reference: 0314.010MXP
Gys reference : 054653
Type: BF1 – M5 - 32 V 80 A
Littel Fuse reference: 153.5631.5802
Oplossingen
Controleer of de voedingskabel goed
aangesloten is op een 230V 50/60Hz
aansluiting. Controleer het elektrische
netwerk.
Controleer uw netspanning
Controleer of het apparaat op positie
«laden» staat
Controleer of de zekeringen niet
gesmolten zijn en of de
stroomonderbreker is ingedrukt.
Controleer de spanning op de polen met
behulp van een voltmeter. Als deze
spanning direct boven de 2,5V per cel
stijgt kan de accu gesulfateerd of
beschadigd zijn.
Controleer of de schakelaar op de goede
positie staat (12 of 24V)
Wacht een kwartier tot het toestel is
afgekoeld.
NL
NL