• De meetinstrumenten configureren en kalibreren.
• Toegang krijgen tot interactieve, stapsgewijze onderhoudshandleidingen.
Hoofdstuk 6 Onderhoud
Haal het instrument niet voor onderhoud uit elkaar. Als er inwendige componenten moeten worden
gecontroleerd of gerepareerd, neem dan contact op met de fabrikant.
6.1 Reiniging van het apparaat
Reinig de buitenzijde van het instrument met een vochtige doek en een milde zeepoplossing en veeg
het instrument vervolgens, indien nodig, droog.
6.2 Zekering vervangen
De zekering is geen onderdeel waaraan door de gebruiker onderhoud kan worden uitgevoerd. Neem
contact op met de technische ondersteuning. Een doorgebrande zekering kan erop wijzen dat er een
probleem is met het instrument en dat onderhoud noodzakelijk is.
6.3 Voorbereiding voor opslag of transport
Bereid de controller als volgt voor langdurige opslag of transport voor:
1. Gebruik de mobiele toepassing om alle belangrijke gegevens op de controller op te slaan op een
opslagmedium.
Opmerking: Als fabrieks- en gebruikersinstellingen zijn opgeslagen op de I/O-kaarten in de controller.
2. Onderbreek de voeding naar de controller.
3. Koppel alle elektrische apparaten los die zijn aangesloten op de controller.
4. Verwijder de USB-box van de wand of buis.
5. Verwijder de controller van de wand, het paneel of de buis.
6. Leg de controller en de USB-box in beschermfolie of in een droge doek. Bewaar de controller en
de USB-box op een droge plaats.
186 Nederlands
L E T O P