4. Selecteer [Auto scan] of [Handmatige instelling] als
de wifi -verbinding wordt ingesteld met behulp van
het bedieningspaneel.
●
[Auto
scan]:
Scant
beschikbare wifi -verbindingen.
●
[Handmatige
instelling]:
verbindingsgegevens in.
Wifi -instelling: automatisch scannen
Het product scant automatisch naar beschikbare
wifi -netwerken.
Zodra verbindingen gedetecteerd zijn, verschijnt de
lijst met beschikbare wifi -netwerken.
Voor het selecteren van een wifi -netwerk:
1. Selecteer
een
wifi -netwerk
verbinden.
2. Vul het wachtwoord in.
3. Druk
op
de
bevestigingsknop
het
wifi -netwerk
te
verbinding succesvol is verschijnt er een
bevestigingsscherm.
4. Druk op de bevestigingsknop om terug naar het
menu te gaan.
Wifi -instelling: handmatige instelling
Het
scherm
voor
handmatige
verschijnt.
Om wifi handmatig in te stellen:
1. Vul de netwerknaam in.
2. Kies het beveiligingsniveau.
3. Vul het wachtwoord in.
4. Druk op de bevestigingsknop om de wifi -
verbinding te verbinden. Het product probeert
met het geselecteerde netwerk te verbinden.
5. Als de verbinding succesvol is verschijnt
er een bevestigingsscherm. Druk op de
bevestigingsknop om terug naar het menu te
gaan.
INSTELLING DATUM/TIJD
1. Kies vanaf het scherm [Date/Time Setup] de datum.
a. Kies met [dd] op het scherm de dag. Druk op de
bevestigingsknop.
b. Kies met [mm] op het scherm de maand. Druk
op de bevestigingsknop.
c. Kies met [yy] op het scherm het jaar. Druk op de
bevestigingsknop.
2. Kies de tijd.
a. Kies met [--] op het scherm het uur. Druk op de
bevestigingsknop.
b. Kies met [:--] op het scherm de minuten. Druk
op de bevestigingsknop.
3. Druk op de bevestigingsknop.
MAAIZONE
MAAIZONE A
automatisch
naar
■
Vul
de
wifi -
■
■
■
■
MAAIZONE B
om
mee
te
■
■
om
met
verbinden.
Als
de
■
■
wifi -instelling
■
■
■
■
■
MAAIZONE C
■
■
■
■
■
■
■
■
MAAIZONE D
■
■
Maaizone A vormt een standaard gazonindeling.
Het gazon heeft een gedefi nieerd obstakel.
Zorg dat minimaal 1 m kabel in een hoek van 90°
aan de voorkant van het oplaadstation uitsteekt.
De tussenruimte tussen een obstakel en de
begrenzing moet minimaal 90 cm zijn.
Leg de draad 45 cm van de rand van de begrenzing.
Voer de perimetertest uit en pas deze zo nodig aan.
Maaizone B heeft een standaard gazonindeling,
met gedefi nieerde obstakels.
Het gazon is even groot als maaizone A, maar
gebruikt 50% meer draden vanwege het aantal
obstakels.
Zorg dat minimaal 1 m kabel in een hoek van 90°
aan de voorkant van het oplaadstation uitsteekt.
Parallelle draden naar en vanaf elk obstakel
moeten een tussenruimte van minder dan 5 cm per
drad hebben.
De tussenruimte tussen een obstakel en de
begrenzing moet minimaal 90 cm zijn.
De tussenruimte tussen elk obstakel moet minimaal
90 cm zijn.
Leg de draad 45 cm van de rand van de obstakels.
Leg de draad 45 cm van de rand van de begrenzing.
Voer de perimetertest uit en pas deze zo nodig aan.
Maaizone C heeft een L-vormige gazonindeling,
met gedefi nieerde obstakels.
Zorg dat minimaal 1 m kabel in een hoek van 90°
aan de voorkant van het oplaadstation uitsteekt.
Parallelle draden naar en vanaf elk obstakel
moeten een tussenruimte van minder dan 5 cm per
drad hebben.
De tussenruimte tussen een obstakel en de
begrenzing moet minimaal 90 cm zijn.
De tussenruimte tussen elk obstakel moet minimaal
90 cm zijn.
Leg de draad 45 cm van de rand van de obstakels.
Leg de draad 45 cm van de rand van de begrenzing.
Voer de perimetertest uit en pas deze zo nodig aan.
Maaizone D heeft een U-vormige gazonindeling,
met gedefi nieerde obstakels.
De twee zijden van het gazon zijn door een nauwe
EN
SV
DA
NO
FI
DE
FR
ES
IT
PT
NL
RU
PL
HU
CS
RO
SK
HR
ET
LT
LV
SL
BG
TR
UK
175