Speciale procedures voor de omgang
met in- en uitschakelbare permanente
magneten
Aan de onderkant van het apparaat bevindt zich een
magnetisch hechtvlak dat in geactiveerde toestand de
hechtkracht genereert door middel van een magne-
tische flux. De magneet kan onafhankelijk van de
netspanning worden geactiveerd door de hefboom
naar beneden te drukken. Om de magneet te lossen
moet u de zwarte vergrendeling met de palm van de
hand indrukken en de hefboom naar boven trekken.
De magnetische hechting tussen apparaat en werk-
stuk blijft ook na een stroomuitval aanwezig.
Materiaaldikte
Voor de magnetische flux van de
TML-permanente magneet is een minimale
materiaaldikte van 8 mm nodig. Wanneer
die materiaaldikte niet aanwezig is, wordt
de maximale hechtkracht gereduceerd in
functie van de materiaaldikte. Standaard
elektrische en permanente magneten heb-
ben een diep reikend magnetisch veld,
vergelijkbaar met de hoofdwortel van een
boom. Voor het bereiken van de maxima-
le hechtkracht is een materiaaldikte van
meer dan 25 mm vereist. Het compacte
magneetveld van de TML-magneet is
vergelijkbaar met een vlakke wortel en
bereikt de maximale hechtkracht al bij
een lage materiaaldikte, zodat ook op
dunne plaat vanaf 3-4 mm met voldoende
hechtkracht kan worden geboord.
Materiaal
Het draagvermogen van permanen-
te magneten wordt bepaald op een
S235-materiaal. Staal met een hoger
koolstofgehalte of met een door warmte-
behandeling gewijzigde structuur heeft
een lagere hechtkracht. Ook geschuimd
materiaal of materiaal met luchtinsluitin-
gen heeft een lagere hechtkracht.
Materiaal
Niet gelegeerd staal
(0,1-0,3% C - gehalte)
Niet gelegeerd staal
(0,3-0,5% C - gehalte)
Gietstaal
Grijs gietijzer
Nikkel
Roestvrij staal, alumini-
um, messing
58
Magnetische kracht in %
100
90-95
90
45
11
0
Toestand van het oppervlak
Wanneer een luchtspleet ontstaat tussen de magneet
en het werkstuk, wordt hierdoor de hechtkracht
gereduceerd. Dit betekent dat bijv. ook verf, roest,
schilfers, coating, vet of vergelijkbare stoffen een
afstand, en dus een luchtspleet, creëren tussen het
werkstuk en de magneet, waardoor de hechtkracht
wordt verminderd.
De krachtige permanente magneten die in het
apparaat zijn gemonteerd, verliezen vanaf een
temperatuur van meer dan 80 °C voorgoed hun
magnetische eigenschappen, zodat daarna, zelfs
bij afgekoelde magneten, de volledige hechtkracht
nooit opnieuw kan worden bereikt.
MKB 35
▸
Steek de netstekker in de contactdoos.
▸
Plaats een kernboor in de gereedschaps-
houder [12] op de boorspil van de motor.
▸
Controleer of het gereedschap correct op zijn
plaats is gespannen.
▸
Zet de magneetschakelaar [16] op I zodat de
magneet wordt geactiveerd en de boorhouder
op zijn plaats wordt gehouden.
▸
Schakel de aandrijfmotor [14] in door de scha-
kelaar MOTOR I [10] in te drukken.
▸
Door aan het draaikruis [1] te draaien, brengt u
de motor en de roterende boor langzaam naar
het werkstuk. Let er tijdens het boren op dat er
voldoende koelmiddel aanwezig is.
▸
Na het boren moet u de motor weg van het werk-
stuk verplaatsen door het draaikruis te draaien.
▸
De motor met de rode toets MOTOR O [9] op het
bedieningspaneel uitschakelen.
▸
Nadat de motor volledig tot stilstand is gekomen,
moet u de spanen en het achtergebleven boor-
afval verwijderen.
▸
Om de magneet uit te schakelen moet u de mag-
neetschakelaar [16] op O zetten.
▸
Reinig daarna de magnetische ondergrond door
spanen of ander achtergebleven vuil te verwij-
deren.
Let op !