VULLEN VAN DE OLIETANK VAN DE ZAAG
Nieuwe zaag wordt met een lege olietank geleverd. Vul de tank alvorens de zaag beginnen te gebruiken.
Draai de kurk van de olietank (18) los.
Giet olie tot max. 160 ml (let op zodat tijdens het vullen van de tank geen verontreinigingen
doordringen).
Draai de kurk van de olietank vast (18).
Het is verboden om afgedankte of geregenereerde olie te gebruiken omdat het de beschadiging
van de oliepomp kan veroorzaken. Gebruik SAE 10W/30 olie door het gehele jaar of SAE 30W/40 olie
voor de zomer en SAE 20W/30 olie voor de winter.
VULLEN VAN DE BRANDSTOFTANK
Tijdens het vullen met de brandstof volg de navolgende regels op:
De motor mag niet werken.
De brandstof mag niet gemorst worden.
Meng de benzine (loodvrije van 95 octaan) met een goede kwaliteit motorolie voor tweetaktmotoren
volgens de onderstaande tabel.
Tabel voor het mengsel 25 : 1
Benzine [l]
Olie voor tweetaktmotoren [ml]
Giet de juiste hoeveelheid olie in de benzinebus en vervolgens giet de nauwkeurig afgemeten
hoeveelheid benzine.
Draai de kurk vast en meng zorgvuldig.
Draai de kurk van de brandstoftank (15) los.
Giet het voorbereidde mengsel (max. 230 ml).
Draai de kurk van de brandstoftank (15) vast.
De meeste problemen met de verbrandingsmotoren zijn direct of indirect met de gebruikte
brandstof verbonden. Let op om geen olie voor viertaktmotoren te gebruiken.
MONTAGE EN VERSTELLEN VAN DE SCHOUDERBAND
Tijdens de montage en het verstellen van de schouderband alsook de greep van de schoulderband
zet de motor uit.
De juiste aanpassing van de schoulderband maakt het werk aanzienlijk eenvoudiger.
Trek de schoulderband (23) over je hoofd en schoulder (afb. Q).
Plaats de karabijnhaak van de schoulderband (24) (afb. V) in de greep van de schoulderband (25).
Verstel de klem van de schoulderband (23) (afb. Q) zodat de lengte van de schoulderband het meest
comfortabele werkhouding garandeert.
AANZETTEN VAN DE MOTOR
Tijdens het werk houd de kettingzaag met beide handen vast.
Controleer het niveau van de brandstof- en olietank.
Controleer of de remhendel (6) in de 'aan' stand zich bevindt (naar voren geschoven).
Bij een koude motor trek de dwarsstang uit (2).
Plaats de aanzetknop (14) in de 'aan' stand (afb. C).
Plaats de zaag op een stabiele ondergrond (grond).
Laat de zaag zeker op de grond rusten en trek eerst het startkoord (13) langzaam totdat de overschakeling
van de koppeling hoorbaar is en vervolgens trek het koord met grote kracht (afb. D).
Na het aanzetten, druk op de blokkade van de gashendel (1) en licht op de gashendel (11) (de dwarsstang
komt vanzelf terug in de 'uit' stand).
1
2
40
80
WERK / INSTELLINGEN
261
3
4
5
120
160
200