Montage
4. Kettingspanschroef (3/3) naar links draaien,
tot de aanslag. De spannerpal (3/4) bevindt
zich dan bij het uiteinde van de aanslag, naar
het kettingwiel (4/3) toe.
5. Het zaagblad op de geleiderbout (4/1)
plaatsen en zover naar het kettingwiel (4/3)
toe schuiven tot de spannerpal (3/4) in het gat
in zaagblad (4/2) valt.
EKI 2200/40, EKS 2400/40 en EKS 2400/40 S
1. De handbescherming (5/1) in de pijlrichting
trekken om zo de kettingrem te lossen.
2. Klemmoer (5/2) losdraaien en de afdekkap
eraf nemen.
3. De kettingspanschijf op het losse zaagblad
(6/2) helemaal naar rechts draaien.
4. Het zaagblad op het tapeind (6/1) plaatsen.
5. De kettingspanschijf zo ver mogelijk naar
links draaien, zodat het zaagblad (6/2) naar
het kettingwiel toe (6/3) schuift.
Zaagketting monteren
EKS 2000/35
Op de looprichting van de zaagketting
letten. De snijkanten van de zaagtan-
den aan de bovenkant van het zaagblad
moeten naar voren gericht zijn, naar het
zaagbladuiteinde (4).
1. De zaagketting op het kettingwiel (4/3) en in
de groef van het zaagblad aanbrengen.
2. De zaagketting vervolgens rondom het om-
keerwiel op het zaagblad heen halen.
3. De zaagketting zal aan de onderkant van het
zaagblad iets doorhangen.
4. De kettingspanschroef (7/1) iets rechtsom
draaien tot de zaagketting aanligt tegen de
onderkant van het zaagblad.
5. De kettingwielkap plaatsen en de bevesti-
gingsmoer (3/2) handvast aandraaien.
Bij aandraaien van de kettingspan-
schroef (7/1) erop letten dat de spanner-
pal (3/4) niet uit de boring (4/2) in het
zaagblad glipt.
EKI 2200/40, EKS 2400/40 en EKS 2400/40 S
1. De zaagketting op het kettingwiel (6/3) en in
de groef van het zaagblad aanbrengen.
2. De zaagketting vervolgens rondom het om-
keerwiel op het zaagblad heen halen.
440105_e
3. De zaagketting zal aan de onderkant van het
zaagblad iets doorhangen.
4. De kettingwielkap plaatsen en de klemmoer
(5/2) handvast aandraaien.
Zaagketting spannen
EKS 2000/35
1. De ligging van de zaagketting controleren,
deze moet correct aanliggen in de zaagblad-
groef en over het kettingwiel.
2. Het zaagblad bij het omkeerwiel optillen en de
kettingspanschroef (7/1) rechtsom draaien tot
de zaagketting aanligt tegen de zaagbladon-
derkant.
3. De bevestigingsmoer (3/2) stevig vastzetten.
De zaagketting is correct gespannen
wanneer deze op het midden van het
zaagblad nog ca. 3 tot 4 mm kan wor-
den opgetild en met de hand kan worden
doorgetrokken.
EKI 2200/40, EKS 2400/40 en EKS 2400/40 S
1. De ligging van de zaagketting controleren,
deze moet correct aanliggen in de zaagblad-
groef en over het kettingwiel.
2. Om de ketting te spannen de spanring (8/2)
rechtsom draaien.
3. De klemmoer (8/1) stevig vastzetten.
Kettingspanning controleren
De kettingspanning vaak controleren, omdat een
nieuwe zaagketting vanzelf langer wordt.
De zaagketting is correct gespannen wanneer
deze:
aanligt tegen de onderkant van het zaagblad
en met de hand kan worden doorgetrokken
op het midden van het zaagblad ongeveer 3
- 4 mm omhoog kan worden gehaald
Bij de bedrijfstemperatuur wordt de zaagketting
langer en hangt deze iets door.
VOORZICHTIG!
Ongevalsrisico door losspringen van
zaagketting!
Het oordeelkundig spannen van de
zaagketting kan tot ernstig letsel leiden!
De kettingschakels mogen aan de on-
derkant van het zaagblad niet uit de
groef komen, de zaagketting zou dan
los kunnen schieten. Zaagketting dan
naspannen.
49