2
1
5.
Sluit de onderhoudsopening en de twee- alsook de drie-
wegklep met de bijbehorende beschermstop .
6.
Zorg ervoor dat alle aan de binnenunits aangesloten
servicekleppen geopend zijn en dat de niet aangesloten
kleppen correct gesloten zijn.
7.
Sluit het toestel aan en schakel het gedurende korte tijd
in om een correcte werking te controleren (voor meer
informatie zie gebruiksaanwijzing).
8.
Herhaal het proces in alle circuits van de installatie.
9.4
Activering/deactivering van de functie voor
de koudemiddelterugwinning
1.
Stel de installatie bij een omgevingstemperatuur onder
16°C in bedrijf.
2.
Stel na 5 minuten de temperatuur van de unit op 16°C
in de koelmodus in.
3.
Druk 3 keer na elkaar binnen 2 seconden op de toets
van de afstandsbediening om naar de koude-
middelterugwinningmodus te gaan.
4.
De code "Fo" wordt op het display van de binnenunit
weergegeven en de installatie schakelt in de koudemid-
delcirculatiemodus in. De ventilator blijft ingeschakeld.
5.
Om de functie te deactiveren, drukt u op een willekeu-
rige toets op de afstandsbediening.
10 Product aan gebruiker opleveren
▶
Toon de gebruiker na de installatie de posities en de
functies van de veiligheidsinrichtingen.
▶
Wijs de gebruiker vooral op de veiligheidsvoorschriften
die hij in acht moet nemen.
▶
Informeer de gebruiker over de noodzaak om het product
volgens de opgegeven intervallen te laten onderhouden.
▶
Als u meer dan één binnenunit in gebruik hebt, program-
meer dan dezelfde bedrijfswijze (verwarmen of koelen).
Anders komt het tot een conflict van de bedrijfswijzen en
aan de binnenunits wordt een foutmelding weergegeven.
0020250592_03 climaVAIR plus/exclusive Installatie- en onderhoudshandleiding
2
1
Product aan gebruiker opleveren 10
11 Verhelpen van storingen
11.1
Reserveonderdelen aankopen
De originele componenten van het product werden in het ka-
der van de conformiteitskeuring door de fabrikant meegecer-
tificeerd. Als u bij het onderhoud of reparatie andere, niet ge-
certificeerde of niet toegestane delen gebruikt, dan kan dit
ertoe leiden dat de conformiteit van het product vervalt en
het product daarom niet meer aan de geldende normen vol-
doet.
We raden ten stelligste het gebruik van originele reserveon-
derdelen van de fabrikant aan, omdat hierdoor een storing-
vrije en veilige werking van het product gegarandeerd is. Om
informatie over de beschikbare originele reserveonderdelen
te verkrijgen, kunt u zich tot het contactadres richten, dat aan
de achterkant van deze handleiding aangegeven is.
▶
Als u bij het onderhoud of de reparatie reserveonderde-
len nodig hebt, gebruik dan uitsluitend originele reserve-
onderdelen die voor het product zijn toegestaan.
12 Inspectie en onderhoud
12.1
Onderhoud
Voor de continue gebruiksveiligheid, betrouwbaarheid en
lange levensduur is een jaarlijkse inspectie/jaarlijks onder-
houd van het product door een erkende installateur noodza-
kelijk.
12.2
Inspectie- en onderhoudsintervallen in acht
nemen
▶
Neem de minimale inspectie- en onderhoudsintervallen in
acht. Afhankelijk van de resultaten van de inspectie kan
een vroeger onderhoud nodig zijn.
12.3
Onderhoud van het product
Eén keer maandelijks
▶
Controleer de luchtfilters op netheid.
–
Reinig de filters met water of met een stofzuiger.
Halfjaarlijks
▶
Demonteer de productmantel.
▶
Controleer de warmtewisselaar op netheid.
▶
Verwijder alle vreemde voorwerpen van het lamellen-
oppervlak van de warmtewisselaar die de luchtcirculatie
kunnen hinderen.
▶
Verwijder het stof met een persluchtstraal.
▶
Was en borstel deze voorzichtig met water af en droog
deze dan met een persluchtstraal.
▶
Controleer of de condensafvoer niet gehinderd wordt,
omdat dit een correcte waterafvoer zou kunnen hinderen.
197