Funktiebeschrijving
De elektrische heggenschaar bezit een
elektrische motor als aandrijving. Het
toestel is voor de veiligheid dubbel geïso-
leerd en hoeft geen aarding.
De heggenschaar beschikt over een dub-
belzijdige mesbalk met veiligheidsmes-
sen. Bij het snijden bewegen de messen
lineair heen en weer. De stootbeveiliging
aan het uiteinde van de mesbalk voor-
komt onaangename terugslagen als er
bijvoorbeeld een muur of hekwerk wordt
geraakt.
Om de gebruiker te beschermen, kan het
apparaat alleen worden ingeschakeld als
de veiligheidsschakelaar wordt ingedrukt.
De handbescherming beschermt ook te-
gen takken en twijgen.
De funktie van de bedieningselementen
leest u in de volgende beschrijvingen.
Overzicht
1 Aanstootbeveiliging
2 Veiligheidsmesbalk
3 Handbeveiliging
4 Beugelgreep met veiligheids-
schakelaar
5 Ventilatieopeningen
6 Blokkeringsknop van de hand-
greepverstelling
7 Aan-/uitschakelaar
8 Trekontlasting
9 5-voudig verstelbare handgreep
10 Voedingskabel
11 Beschermingskoker
Handbeviliging monteren
Trek alvorens u aan het apparaat
gaat werken de stekker uit het
stopkontakt.
Gebruik enkel originele onderde-
len.
1. Pak het apparaat uit en kontro-
leer of de inhoud volledig is.
2. Schuif de handbeveiliging op
het apparaat en schroef deze
met de twee bijgeleverde
schroeven aan de zijkant vast
op de behuizing.
Bediening
Gebruik de machine niet zonder
handbescherming. Draag tijdens
het werken met de machine
aangepaste kledij en werkhand-
schoenen.
Kontroleer voor elk gebruik, of
de machine goed funktioneert.
De aan-/uit schakelaar en de vei-
ligheidsschakelaar mogen niet
worden vergrendeld. U moet na
loslaten van de schakelaar de
motor uitschakelen. Indien een
schakelaar beschadigd is, mag
de machine niet meer worden
gebruikt. Let er op, dat de net-
spanning met het typelabel op
de machine overeenstemt.
Let op geluidsoverlast en plaat-
selijke voorschriften. Het gebruik
kan van het apparaat op bepaalde
dagen (bijvoorbeeld zon- en feest-
dagen), op bepaalde uren van de
dag (middagpauze, 's nachts) of in
bijzondere gebieden (bijvoorbeeld
kuuroorden, ziekenhuizen etc.) be-
perkt of verboden zijn.
NL
BE
31