ALARM VOOR WINDSTOTEN
De alarmweergave voor windstoten zal verschijnen.
Houd de toets SET ca. 2 seconden ingedrukt. De aanduiding voor windstoten
begint te knipperen.
Druk op PIJLTJE OMHOOG ▲ of PIJLTJE OMLAAG ▼ om de alarmwaarde
voor windstoten in te stellen. Houd de toets ingedrukt om de waarden sneller te
doorlopen.
Druk op de toets ALARM om de instelling te bevestigen. De cijfers zullen stoppen
met knipperen.
Druk op de toets SET om het alarm in of uit te schakelen. Het icoontje ((()))
geeft aan dat het alarm is ingeschakeld.
Druk op de toets ALARM om verder te gaan naar de alarminstellingen voor de
windrichting.
ALARM VOOR WINDRICHTING
Opmerking: U kunt naar wens meerdere alarmen tegelijkertijd instellen voor de
windrichting.
De alarmweergave voor de windrichting zal verschijnen.
Houd de toets SET ca. 2 seconden ingedrukt. Het pijltje voor de windrichting aan
de buitenzijde van de kompascirkel zal beginnen te knipperen met de
corresponderende kompasrichting of graduele lezing weergegeven in het midden
van het kompas.
Druk op PIJLTJE OMHOOG ▲ of PIJLTJE OMLAAG ▼ om de alarmwijzer voor
windrichting te bewegen.
163