STANDAARD WAARDEN VOOR DE WEERALARMEN
Druk
Temperatuur
(binnen of buiten)
Relatieve
luchtvochtigheid
(binnen of buiten)
DRUKALARMEN
Druk in de normale weergavemodus eenmaal op de toets ALARM. De weergave
van het Hoge drukalarm zal verschijnen.
Houd de toets SET ca. 2 seconden ingedrukt. De drukaanduiding begint te
knipperen.
Druk op PIJLTJE OMHOOG ▲ of PIJLTJE OMLAAG ▼ om het hoge drukalarm
in te stellen. Houd de pijltjestoets ingedrukt om de waarden sneller te doorlopen.
Druk op de toets ALARM om de instelling te bevestigen. De cijfers zullen stoppen
met knipperen.
Druk eenmaal op de toets SET om het alarm in of uit te schakelen. Het icoontje
((())) geeft aan dat het alarm is ingeschakeld.
Druk eenmaal op de toets ALARM. De weergave van het Lage drukalarm zal
verschijnen.
Houd de toets SET ca. 2 seconden ingedrukt. De drukaanduiding begint te
knipperen.
Druk op PIJLTJE OMHOOG ▲ of PIJLTJE OMLAAG ▼ om het lage drukalarm
in te stellen. Houd de pijltjestoets ingedrukt om de waarden sneller te doorlopen.
Druk op de toets ALARM om de instelling te bevestigen. De cijfers zullen stoppen
met knipperen.
Druk eenmaal op de toets SET om het alarm in of uit te schakelen. Het icoontje
((())) geeft aan dat het alarm is ingeschakeld.
Druk op de toets ALARM om verder te gaan naar de alarminstellingen voor de
binnentemperatuur.
Laag
960 hPa
Hoog
1040 hPa
Laag
0C
Hoog
40C
Laag
45%
Hoog
70%
Windstoot
Neerslag in 24 uur
159
Hoog
100 km/u
Hoog
50 mm