OBJ_BUCH-2245-002.book Page 86 Wednesday, November 18, 2015 12:45 PM
86 | Nederlands
– Zaag nooit boven schouderhoogte.
– Zaag nooit met de punt van het zwaard.
– Houd de kettingzaag altijd met beide handen vast.
– Gebruik altijd een terugslagremmende Bosch-zaagketting.
– Gebruik de klauwaanslag 11 als hefboom.
– Let op de juiste kettingspanning.
Algemene werkwijze (zie afbeeldingen F–I)
Houd de kettingzaag altijd met beide handen vast. Houd uw
linkerhand vast aan de voorste handgreep en uw rechterhand
aan de achterste handgreep. Omsluit de grepen altijd met
duim en vingers. Zaag nooit eenhandig. Geleid het netsnoer
alitjd naar achteren en houd het buiten het bereik van zaag-
ketting en zaaggoed; ga zodanig staan dat het netsnoer niet in
takken en twijgen kan vastraken.
Gebruik de kettingzaag alleen wanneer u stevig staat. Houd de
kettingzaag iets rechts van uw eigen lichaam.
De zaagketting moet vóór het contact met het hout op volle
snelheid lopen. Gebruik daarbij de klauwaanslag 11 om de
kettingzaag op het hout te laten steunen. Gebruik tijdens het
zagen de klauwaanslag als hefboom.
Zet bij het zagen van dikke takken of stammen de klauwaan-
slag op een lager punt neer. Trek daarvoor de kettingzaag te-
rug om de klauwaanslag los te maken en deze lager aan te zet-
ten. Verwijder de kettingzaag daarbij niet uit de zaagsnede.
Druk bij het zagen niet met kracht op de zaagketting, maar
zorg met de klauwaanslag 11 voor een lichte hefboomdruk.
Gebruik de kettingzaag nooit met gestrekte armen. Probeer
niet op moeilijk bereikbare plaatsen te zagen, of staand op
een ladder. Zaag nooit boven schouderhoogte.
De beste zaagresultaten worden bereikt wanneer de ket-
tingsnelheid niet door overbelasting daalt.
Voorzichtig aan het einde van de zaagsnede. Zodra de ketting-
zaag uit de zaagsnede komt, verandert de gewichtskracht on-
verwacht. Er bestaat gevaar voor letsel van benen en voeten.
Verwijder de kettingzaag alleen met een lopende zaagketting
uit de zaagsnede.
Boomstammen zagen (zie afbeeldingen G en I)
Neem bij het zagen van boomstammen de volgende veilig-
heidsvoorschriften in acht:
Leg de stam neer zoals op de afbeelding weergegeven en on-
dersteun deze zodanig dat de zaagsnede niet sluit en de zaag-
ketting niet vastklemt.
Leg korte stukken hout voor het zagen recht neer en klem de-
ze vast.
Zaag alleen voorwerpen van hout. Voorkom aanraking van
stenen en spijkers, omdat deze omhoog geslingerd kunnen
worden, de zaagketting kunnen beschadigen of ernstig letsel
bij de gebruiker of omstanders kunnen veroorzaken.
Raak met de lopende kettingzaag geen draadafrasteringen of
de grond aan.
De kettingzaag is niet geschikt voor het snoeien van dunne
takken.
F 016 L81 408 | (18.11.15)
Zagen in lengterichting dient met bijzondere zorgvuldigheid
te gebeuren, omdat de klauwaanslag 11 dan niet kan worden
gebruikt. Geleid de kettingzaag in een platte hoek om terug-
slag van de zaag te voorkomen.
Bewerk bij zaagwerkzaamheden op een helling stammen of
liggend zaagmateriaal van bovenaf of aan de zijkant staand.
Let vanwege de kans op struikelen op boomstronken, takken,
wortels, enz.
Zagen van hout onder spanning (zie afbeelding J)
Onder spanning staand hout en onder spanning staan-
de takken en bomen mogen alleen door een daartoe op-
geleid vakman worden gezaagd. Er is uiterste voorzich-
tigheid geboden. Er bestaat een verhoogd risico op
ongevallen.
Als hout aan beide zijden wordt ondersteund, zaagt u eerst
van boven (Y) een derde gedeelte van de diameter door de
stam en zaagt u vervolgens van onderen (Z) op dezelfde
plaats de stam door om splinteren en vastklemmen van de
kettingzaag te voorkomen. Voorkom daarbij contact van de
zaagketting met de grond.
Als het hout slechts aan één zijde wordt ondersteund, zaagt u
eerst van onderen (Y) een derde van de diameter naar boven
en zaagt u vervolgens op dezelfde plaats van boven (Z) de
stam door om splinteren en vastklemmen van de kettingzaag
te voorkomen.
Bomen vellen (zie afbeelding K)
Draag altijd een veiligheidshelm om beschermd te zijn
tegen vallende takken.
Met de kettingzaag mogen alleen bomen worden ge-
veld waarvan de stamdiameter kleiner is dan de lengte
van het zwaard.
Zet de werkomgeving af. Let erop dat zich geen perso-
nen of dieren ophouden in de buurt van de plaats waar
de boom valt ().
Probeer niet om een vastgeklemde zaagketting met
een lopende motor los te krijgen. Gebruik een houtspie
om een vastgeklemde zaagketting los te maken.
Als u met twee of meer personen tegelijkertijd zaagt en velt,
houd dan als afstand tussen de vellende en de zagende perso-
nen minstens de dubbele hoogte van de te vellen boom aan.
Let er bij het vellen van bomen op, dat u andere personen niet
blootstelt aan gevaar, u geen leidingen raakt en geen materië-
le schade veroorzaakt. Als een boom met een stroomleiding in
aanraking komt, dient u het energiebedrijf hiervan onmiddel-
lijk in kennis te stellen.
Stel u als bediener van de kettingzaag bij zaagwerkzaamhe-
den op een helling boven de te vellen boom op, omdat de
boom na de val waarschijnlijk bergaf zal rollen of glijden.
Vóór het vellen dient een vluchtweg () te worden gepland
en indien nodig te worden vrijgemaakt. De vluchtweg dient
van de te verwachten vallijn schuin naar achteren weg te lei-
den.
Houd vóór het vellen rekening met de natuurlijke helling van
de boom, de plaats van grote takken en de windrichting, om
de valrichting van de boom te kunnen beoordelen.
Bosch Power Tools