Zo brengt u de stroomvoorziening tot stand:
Inschakelen: Stekker in het stopcontact steken. Het apparaat schakelt zichzelf direct in als de elektrische aansluiting
tot stand wordt gebracht.
Uitschakelen: Stekker uit het stopcontact trekken.
Het vermogen van het apparaat kan uitsluitend via een stroommanagement-apparaat van OASE worden geregeld.
De hoogte en de vorm van de fontein is afhankelijk van de gebruikte sproeier. De fonteinhoogte regelt u bovendien
door het draaien van de stromingsregelaar op het apparaat (8) resp. op de filtervleugeladapter (10).
Reiniging en onderhoud
Let op! Gevaarlijke elektrische spanning!
Mogelijke gevolgen: de dood of zware verwondingen.
Veiligheidsmaatregelen:
− Voordat u in het water grijpt, dient u eerst de stekkers van alle apparaten die zich in het water bevinden
uit het stopcontact te trekken.
− Voor werkzaamheden aan het apparaat de stekker uit het stopcontact trekken.
Apparaat reinigen
Reinig het apparaat indien nodig met kraanwater en een zachte borstel.
− Gebruik nooit agressieve schoonmaakmiddelen of chemische oplossingen, omdat hierdoor de behuizing bescha-
digd kan raken of de werking negatief kan worden beïnvloed.
− Bij hardnekkige kalkafzetting kunt u de pomp ook schoonmaken met een azijn- en chloorvrij huishoudschoonmaak-
middel. Maak de pomp daarna grondig schoon met helder water.
Om het apparaat te reinigen, moet u het uit de vijver nemen. Als de capaciteit minder wordt, moet u de filterbehuizing
(1), de filtervleugel (2) en de zeef (9) reinigen.
Belangrijk! Open de pomp in geen geval zelf! Indien de rotor door vervuiling geblokkeerd is, neem dan contact
op met een vakkundig elektricien!
Dichtingsring in de spuitkopverlenging vervangen
De zwarte wartelmoer losdraaien en de bovenste buis van de spuitkopverlenging eraf halen, de zwarte wartelmoer eraf
trekken, de dichtingsring vervangen vervangen, de wartelmoer over de bovenste buis trekken en op de onderste buis
vastschroeven, de spuitkopverlenging in de juiste positie brengen en met de blauwe wartelmoer weer vastdraaien.
Storingen
Storing
Het apparaat loopt niet
Onvoldoende of onregel-matige
fonteinhoogte
Apparaat schakelt na korte
looptijd uit
Afvoer van het afgedankte apparaat
Dit apparaat niet met het huishoudelijk afval afvoeren! Maak gebruik van het hiervoor bestemde recyclesy-
steem. Maak het apparaat eerst door het afsnijden van de kabels onbruikbaar.
Opslag en overwintering
Bij vorst moet u het apparaat uit elkaar nemen. Maak het apparaat grondig schoon en controleer het op beschadigin-
gen.
Sla het apparaat vorstvrij op, ondergedompeld in water of met water gevuld. Dompel de steker niet onder!
Reparatie
Een beschadigde behuizing kan niet worden gerepareerd en mag niet verder worden gebruikt. Voer het apparaat
volgens de geldende voorschriften af.
Oorzaak
- Geen netspanning
- Rotor geblokkeerd
- Hoofdstroomregeling te ver dichtgedraaid
- Mondstuk verstopt
- Filter/zeef verontreinigd
- Rotor verontreinigd
- Slang verstopt - defect
- Geknikte toevoer
- Te veel verlies in de toevoer
- Rotor versleten
- Filter/zeef verstopt
- Filter verstopt
- Watertemperatuur te hoog
Oplossing
- Netspanning controleren
- Pomp reinigen
- Hoofdstroomregeling instellen
- Mondstuk/zeef reinigen
- Filter/zeef reinigen
- Reinigen
- Slang reinigen - vervangen
- Toevoer controleren, eventueel vervangen
- Slang afkorten op de benodigde minimumlengte
- Rotor vervangen
- Filter/zeef reinigen
- Reinigen
- Maximale watertemperatuur van +35°C in acht nemen
- NL -
15