Hogedrukslang; Elektrostatische Oplading (Optreden Van Vonken Of Brand); Gebruik Van Het Apparaat Op Bouwterreinen En In Werkplaatsen; Ventilatie Tijdens Spuitwerkzaamheden Binnen - WAGNER Super Finish 7000 Manual De Instrucciones

Airless – equipo de pulverización a alta presión
Tabla de contenido
Idiomas disponibles

Idiomas disponibles

Super Finish 7000
1.11

HOGEDRUKSLANG

Let op, gevaar voor letsel door injectie! Door
slijtage, knikken en niet-doelmatig gebruik
kunnen lekplaatsen in de hogedrukslang
ontstaan. Door een lekplaats kan vloeistof in
de huid geïnjecteerd worden.
Hogedrukslang vóór elk gebruik grondig controleren.
Vervang een beschadigde hogedrukslang onmiddellijk.
Probeer nooit een defecte hogedrukslang zelf te
repareren!
Vermijd scherpe bochten en knikken. De kleinste
buigstraal mag ongeveer 20 cm bedragen.
Rijd niet over de hogedrukslang en bescherm deze tegen
scherpe voorwerpen en kanten.
Nooit aan de hogedrukslang trekken om het toestel te
bewegen.
Hogedrukslang niet verdraaien.
Hogedrukslang niet in oplosmiddel leggen. Buitenkant
alleen met een doordrenkte doek afvegen.
Hogedrukslang zo leggen, dat er geen struikelgevaar
bestaat.
Gebruik voor een goede en veilige werking
en een lange levensduur uitsluitend originele
hogedrukslangen van WAGNER.
1.12
ELEKTROSTATISCHE OPLADING
(OPTREDEN VAN VONKEN OF BRAND)
Ten gevolge van de stroomsnelheid van het
bedekkingsmateriaal tijdens het spuiten kan
er elektrostatische oplading optreden.
Dit kan bij ontlading leiden tot vonken of
brand. Daarom is het noodzakelijk dat het
apparaat altijd via de elektrische installatie is
geaard. Dit mag uitsluitend via een volgens
de voorschriften geaard stopcontact.
Elektrostatische oplading van spuitpistool en hogedrukslang
wordt via de hogedrukslang afgevoerd. Daarom moet
de elektrische weerstand tussen de aansluitingen van de
hogedrukslang één megaohm of minder bedragen.
1.13
GEBRUIK VAN HET APPARAAT OP
BOUWTERREINEN EN IN WERKPLAATSEN
Aansluiting op het lichtnet mag uitsluitend via een speciaal
voedingspunt met een aardlekbeveiliging van ≤ 30 mA.
Bij de 400 volt-versie mag de aansluiting op het stroomnet
alleen op een CEE 16A-6h stopcontact met overeenkomstige
bescherming plaatsvinden.
1.14
VENTILATIE TIJDENS
SPUITWERKZAAMHEDEN BINNEN
Er moet worden gezorgd voor voldoende ventilatie om
oplosmiddeldampen af te voeren.
1.15

AFZUIGINSTALLATIES

Deze dienen door de gebruiker van het apparaat
overeenkomstig de plaatselijke voorschriften te worden
gerealiseerd.
1.16

AARDING VAN HET SPUITOBJECT

Het te coaten spuitobject moet zijn geaard
(de wanden van gebouwen zijn doorgaans natuurlijk geaard).
1.17
REINIGING VAN HET APPARAAT MET
OPLOSMIDDEL
Bij reiniging van het apparaat met
oplosmiddel mag niet in een reservoir met
kleine opening (spongat) worden gespoten
of gepompt. Gevaar door vorming van een
explosief gas/luchtmengsel. Het reservoir
moet zijn geaard.
1.18

REINIGING VAN HET APPARAAT

Gevaar voor kortsluiting door
binnendringend water!
Spuit het apparaat nooit af met een
hogedruk- of stoomreiniger.
1.19
WERKZAAMHEDEN OF REPARATIES AAN DE
ELEKTRISCHE UITRUSTING
Laat deze uitsluitend uitvoeren door een elektrotechnisch
vakbekwaam persoon. Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid
voor een ondeskundige installatie.
1.20
WERKZAAMHEDEN AAN ELEKTRISCHE
ONDERDELEN
Verwijder voor alle werkzaamheden netstekker uit de
wandcontactdoos.
1.21

WERKEN MET MEERDERE PISTOLEN

Wijzigingen op het apparaat hebben
uitwerking op alle aangesloten pistolen.
Plotselinge drukverhoging (Inschakelen/
Veranderen) kan leiden tot ongevallen.
Informeer over de toestand van alle
aangesloten spuitpistolen/accessoires en
licht eventueel alle verder gebruikers in.
NL
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
37
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido