Onderhoudsschema
Frequentie
Dagelijks of voor elk
gebruik
Na de eerste vijf uur
Na 25 uur
Voor de machine 30
dagen of langer wordt
opgeborgen
22
Uit te voeren onderhoud
Onderhoud van motor.
Inspecteer het blad/de bladen.
Verwijder afvalmateriaal van de machine en de
bewegende delen.
Inspecteer alle roterende en glijdende onderdelen.
Controleer de bandenspanning.
Controleer of de maaierbehuizing waterpas staat.
Inspecteer de V-riemen.
Controleer de remwerking.
Ververs de motorolie.
Onderhoud van motor.
Verwijder, inspecteer, slijp en balanceer het blad/de
bladen.
Controleer de afregeling:
a.
Bladrotatieschakelaar
b.
Rem
c.
Koppeling
d.
Stuurinrichting.
Smeer het chassis en de maaidekbehuizing.
Controleer de knalpot:
a.
Aanzetmoment
b.
Slijtage of uitbranding
c.
Toestand van vonkenvanger (indien van
toepassing)
Maak de motor klaar voor berging.
Tap het brandstofsysteem af.
Voeg een brandstofstabiliseringsmiddel toe.
Maak de accu klaar voor berging:
a.
Haal de accu uit de machine.
b.
Laad de accu volledig op.
c.
Breng de accu naar een koele en droge plaats.
Opmerkingen
Zie Handleiding van de motor.
Controleer op barsten, slijtage en
overmatige beschadiging.
Raadpleeg het hoofdstuk "Onderhoud" .
Raadpleeg het hoofdstuk "Onderhoud" .
Controleer op barsten, slijtage en
overmatige beschadiging.
Raadpleeg de Motorhandleiding.
Raadpleeg de Motorhandleiding.
Raadpleeg het hoofdstuk "Onderhoud" .
Raadpleeg het hoofdstuk "Onderhoud" .
Raadpleeg het hoofdstuk "Onderhoud" .
Raadpleeg de instructies onder
"Smeerpunten" .
Raadpleeg het hoofdstuk "Onderhoud" .
Raadpleeg de Motorhandleiding.
Raadpleeg de waarschuwingen in de
Motorhandleiding.
Raadpleeg de Motorhandleiding.
nl