Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)
VEILIGHEIDSMELDING:
gaat, moet u de veiligheidsinstructies aan het begin van dit document opvolgen.
Wanneer maakt u gebruik van Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)
Bij computerproblemen moet u de in het gedeelte "Problemen oplossen" in uw
Gebruikershandleiding beschreven controles en Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uitvoeren
voordat u contact met Dell opneemt voor technische hulp.
Het verdient de aanbeveling om voordat u begint deze procedures af te drukken.
KENNISGEVING:
Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) werkt alleen op Dell™-computers.
Het Dell-diagnoseprogramma bevindt zich op een verborgen partitie op de harde schijf.
OPMERKING:
Als de computer een schermbeeld niet kan weergeven, dient u contact op te nemen met
Dell (zie "Getting Help" (Help opvragen) in de User's Guide (Handleiding) voor de juiste contactgegevens).
1
Sluit de computer af.
2
Als de computer is aangesloten op een dockingstation, koppelt u het dockingstation los.
Raadpleeg de documentatie bij het dockingstation voor instructies over het loskoppelen.
3
Steek de stekker van de computer in het stopcontact.
4
Zet de computer aan. Druk zodra het DELL™-logo wordt weergegeven onmiddellijk op
<F12>.
OPMERKING:
Als er niets op het scherm wordt weergegeven, moet u de aan/uitknop ongeveer <Fn>
5 seconden ingedrukt houden om Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) te starten. Op de computer wordt
automatisch de 'Pre-boot System Assistent' (systeemanalyse) uitgevoerd voordat de computer wordt
opgestart.
OPMERKING:
Als er een bericht verschijnt waarin wordt gemeld dat er geen partitie voor een
diagnostisch hulpprogramma is gevonden, moet u Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uitvoeren vanaf uw
cd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's).
Als u te lang hebt gewacht en het Microsoft
wachten tot u het bureaublad van Windows ziet. Sluit vervolgens de computer af via het
menu Start en probeer het opnieuw.
5
Als de opstartbronlijst wordt weergegeven, markeert u Diagnostiek en drukt u op <Enter>.
Op de computer wordt nu de Pre-boot System Assistent (systeemanalyse) uitgevoerd. Dit is
een aantal diagnoseprogramma's waarmee controles worden uitgevoerd op het moederbord,
het toetsenbord, de harde schijf en het beeldscherm.
•
Beantwoord tijdens de analyse eventuele vragen die worden gesteld.
•
Als een onderdeel niet correct werkt, stopt de computer en hoort u een piepsignaal. Om
de controle stop te zetten en de computer opnieuw te starten, drukt u op <n>; om naar
de volgende test te gaan drukt u op <y>; om de component waarbij een storing is
opgetreden opnieuw te testen, drukt u op <r>.
Voordat u met een van de in dit gedeelte beschreven procedures van start
®
Windows
®
-logo wordt weergegeven, moet u
Systeeminformatiehandleiding
45