REGELAARS EN HUN FUNCTIES
Afstandsbediening
In dit gedeelte worden de functies van de toetsen op de
afstandsbediening beschreven waarmee u het toestel of
een Yamaha cd-speler bedient.
■ Algemene toetsen
De volgende toetsen kunt u gebruiken, ongeacht welke
ingangsbron u hebt geselecteerd.
1 Infraroodsignaalzender
Verzendt infrarode signalen.
2 A (aan/uit)
Schakelt het toestel aan of zet het in wachtstand.
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer de knop A (aan/uit) op het
voorpaneel is ingedrukt.
8
Nl
3 DIMMER
Wijzigt de helderheid van het voorpaneelscherm. Kies de
helderheid uit 3 niveaus door herhaaldelijk op deze toets
te drukken.
y
Deze instelling wordt behouden, zelfs als u dit toestel uitschakelt.
4 SLEEP
Stelt de sluimerklok in (zie bladzijde 16).
5 Invoerkeuzetoetsen
Hiermee kiest u de ingangsbron waar u wilt naar luisteren.
y
• De namen van de ingangsbronnen stemmen overeen met de
namen van de aansluitingen op het achterpaneel.
• Als u op de afstandsbediening TUNER wilt selecteren als
invoerbron, druk dan op FM of op AM.
6 OPTION
Schakelt het OPTION-menu in en uit (zie bladzijde 30).
7 SPEAKERS A/B
Schakelt de luidsprekers in en uit die zijn aangesloten op
de aansluitingen SPEAKERS A en/of SPEAKERS B op
het achterpaneel van het toestel wanneer u op de
betreffende toets drukt.
8 MUTE
Hiermee onderbreekt u de uitvoer van geluid. Druk nog
eens op deze toets om de geluidsweergave te hervatten op
het oorspronkelijke volumeniveau.
9 VOLUME +/–
Verhoogt of verlaagt het geluidsniveau.
Opmerking
Dit is niet van invloed op het uitgangsniveau van de
REC-uitgangen.
0 RETURN
Keert terug naar het vorige menu of verlaat het menu
wanneer u het optiemenu gebruikt (zie bladzijde 30).
A B / C / D / E / ENTER
Selecteert en bevestigt onderdelen in het optiemenu (zie
bladzijde 30).