9. Proefdraaien
10. Het systeem controleren
• Voor de beschrijving van elke controlecode raadpleegt u de onderstaande tabel.
1 Controlecode
P1
Sensor fout voor de inlaat
P2
Sensor fout voor de pijp
P4
Fout afvoersensor
P5
Fout in de afwateringspomp
P6
Beveiliging tegen vriezen en oververhitting
P8
Fout leidingtemperatuur
P9
TH5 Sensorfout
U0–UP
Probleem met buitenapparaat
F1–FA
Probleem met buitenapparaat
E0–E5
Storing in signaaloverdracht tussen afstandsbediening en binnenapparaat
E6–EF
Communicatiefout tussen binnen- en buitenapparaat
– –
Geen geschiedenis van problemen
F F F F
Geen apparaat
• Indien het apparaat niet op de juiste manier kan worden bediend nadat het bovenstaande proefdraaien is uitgevoerd, dient u de onderstaande tabel te raadplegen om de
oorzaak weg te nemen.
Afstandsbediening met draad
H0
H0 → Foutcode
Schermberichten verschijnen niet terwijl
de bedieningsschakelaar is ingescha-
keld (bedieningslampje licht niet op).
Opmerking:
Bediening is niet mogelijk gedurende ongeveer 30 seconden na het annuleren van de functieselectie. (Juiste werking)
Raadpleeg de onderstaande tabel voor een beschrijving van de LED's (LED 1, 2, 3) op het bedieningspaneel binnen.
LED1 (spanning voor microcomputer)
LED2 (spanning voor afstandsbediening)
LED3 (communicatie tussen binnen- en buitenapparaat)
10. Het systeem controleren
Raadpleeg de installatiehandleiding van het buitenapparaat.
Symptoom
Symptoom
LED 1, 2 (printplaat in buitenapparaat)
Gedurende
Na het oplichten van LED 1 en 2, wordt LED
ongeveer 2 minuten
2 uitgeschakeld, en blijft alleen LED 1 oplich-
na het inschakelen
ten. (Juiste werking)
Alleen LED 1 licht op. → LED 1en 2 knippe-
Nadat ongeveer 2
ren.
minuten zijn
verstreken na het
inschakelen
Alleen LED 1 licht op. → LED 1 knippert twee-
maal, LED 2 knippert eenmaal.
Geeft aan of er spanning voor de bediening wordt geleverd. Zorg ervoor dat deze LED brandt.
Geeft aan of er spanning aan de afstandsbediening wordt geleverd. Deze LED brandt alleen wanneer
het binnenapparaat is aangesloten op het koeleradres "0" van het buitenapparaat.
Geeft de toestand van de communicatie tussen de binnen- en buitenapparaten aan. Zorg ervoor dat
deze LED altijd knippert.
2 Geluidssignaal zoemer
Enkele piep × 1
Enkele piep × 2
Enkele piep × 4
Enkele piep × 5
Enkele piep × 6
Enkele piep × 8
Enkele piep × 2
Dubbele piep × 1
Brandt gedurende 0,4 sec. + 0,4 sec. × 1
Dubbele piep × 1
Brandt gedurende 0,4 sec. + 0,4 sec. × 1
Andere geluiden dan de bovengenoemde
Andere geluiden dan de bovengenoemde
Geen geluid
Drievoudige piep
• Gedurende ongeveer 2 minuten na het inschakelen is het
gebruik van de afstandsbediening niet mogelijk vanwege het
opstarten van het systeem. (Juiste werking)
• Het aansluitstuk voor het beschermingsapparaat van het
buitenapparaat is niet aangesloten.
• Draai de fasebedrading om of open deze bij het aansluitblok
(L1, L2, L3) van het buitenapparaat.
• Onjuiste bedrading tussen het binnen- en buitenapparaat
(onjuiste polariteit van S1, S2, S3)
• Snoer van de afstandsbediening is te kort.
3 OPE LED
Brandt gedurende 1 sec. × 1
Brandt gedurende 1 sec. × 2
Brandt gedurende 1 sec. × 4
Brandt gedurende 1 sec. × 5
Brandt gedurende 1 sec. × 6
Brandt gedurende 1 sec. × 8
Brandt gedurende 1 sec. × 2
Brandt anders dan bovengenoemd
Brandt anders dan bovengenoemd
Brandt niet
Brandt niet
Oorzaak
29