Storingen
Pomp pompt niet
Debiet te klein
Stroomverbruik te groot
Opvoerhoogte te klein
Pomp draait onrustig / harde geluiden
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-DrainLift XL
9 Onderhoud
GEVAAR! Levensgevaar!
Bij werkzaamheden aan elektrische apparaten bestaat levensgevaar door elektrische
schok.
• Bij alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de installatie spanningsvrij
worden geschakeld en tegen onbevoegde herinschakeling worden beveiligd.
• Werkzaamheden aan het elektrische systeem van de installatie uitsluitend door een
gekwalificeerde elektromonteur laten uitvoeren.
GEVAAR!
Giftige of voor de gezondheid schadelijke stoffen in het afvalwater kunnen tot infec-
ties of verstikking leiden.
• Voor onderhoudswerkzaamheden de opstellingsplaats eerst voldoende ventileren.
• Bij onderhoudswerkzaamheden moet er worden gewerkt met geschikte persoonlijke
beschermingsmiddelen om eventuele infecties te voorkomen.
• Bij werkzaamheden in putten moet voor de veiligheid een tweede persoon aanwezig
zijn.
• Explosiegevaar bij het openen (vermijd open ontstekingsbronnen)!
• Inbouw- en bedieningsvoorschriften van de installatie, de schakelkast en de toebeho-
ren in acht nemen!
De exploitant van de installatie dient ervoor te zorgen dat alle onderhouds-, inspectie- en
montagewerkzaamheden worden uitgevoerd door bevoegd en gekwalificeerd vakperso-
neel, dat door grondig lezen van de inbouw- en bedieningsvoorschriften over voldoende
kennis beschikt.
• Afvalwateropvoerinstallaties moeten door vakpersoneel volgens EN 12056-4 worden
onderhouden.
De intervallen mogen daarbij niet langer zijn dan:
• ¼ jaar bij bedrijven,
• ½ jaar bij installaties in appartementencomplexen,
• 1 jaar bij installaties in eengezinswoningen.
• Het onderhoud moet gedocumenteerd worden.
Het wordt aanbevolen om de installatie door de Wilo-servicedienst te laten onderhouden
en controleren.
AANWIJZING: Door het opstellen van een onderhoudsschema kunnen met een minimum
aan onderhoud dure reparaties worden vermeden en kan een storingsvrije werking van de
installatie worden bereikt. Voor inbedrijfname- en onderhoudswerkzaamheden staat de
Wilo-servicedienst ter beschikking.
Na afloop van de onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de installatie gemon-
teerd en elektrisch aangesloten worden aan de hand van het hoofdstuk "Installatie en
elektrische aansluiting". Het inschakelen van de installatie vindt plaats aan de hand van het
hoofdstuk "Inbedrijfname".
10 Storingen, oorzaken en oplossingen
Storingen alleen door gekwalificeerd vakpersoneel laten verhelpen!
Veiligheidsvoorschriften in 9 Onderhoud in acht nemen.
• Inbouw- en bedieningsvoorschriften van de installatie, de schakelkast en de toebehoren in
acht nemen!
• Als storingen niet kunnen worden verholpen, neemt u contact op met een specialist of de
dichtstbijzijnde Wilo-servicedienst of -vestiging.
Kengetal: Oorzaak en oplossingen
1, 3, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 15, 16, 17
1, 2, 3, 4, 5, 7, 8, 11, 12, 13
1, 2, 3, 4, 5, 7, 13
1, 2, 3, 4, 5, 8, 11, 12, 13, 16
1, 2, 3, 9, 12, 13, 14, 16
Nederlands
75