Laat de accu in de lader zitten en de lader start
automatisch met opladen wanneer de celtemperatuur
opwarmt of afkoelt.
Om de accu (8) op te laden, plaatst u deze in de lader (9).
u
De accu kan slechts op één manier in de lader worden
gestoken. Forceer niet. Zorg dat de accu op een juiste
manier in de lader is geplaatst.
Steek de stekker van de lader in een stopcontact. Het
u
oplaadcontrolelampje knippert. De accu is volledig
opgeladen zodra het oplaadcontrolelampje continu brandt.
De lader en de accu kunnen onbeperkt met elkaar
u
verbonden blijven.
Laad ontladen accu's binnen 1 week op. De levensduur
u
van de accu wordt aanzienlijk korter wanneer deze in een
ontladen toestand wordt opgeborgen.
De accu in de lader laten zitten
De lader en de accu kunnen onbeperkt met elkaar verbonden
blijven terwijl de led blijft branden. De lader houdt de accu
gezond en volledig opgeladen.
Diagnostiek van de lader
Als de lader een zwakke of beschadigde accu detecteert,
knippert het oplaadcontrolelampje aan een hoge snelheid
rood. Voer het volgende uit:
Breng de accu (8) opnieuw in.
u
Als het oplaadcontrolelampje nog steeds aan een hoge
u
snelheid rood knippert, dient u een andere accu te
gebruiken om na te gaan of het laadproces juist wordt
uitgevoerd.
Als de andere accu op een juiste manier wordt opgeladen,
u
is de originele accu defect en moet deze voor recycling
naar een servicecentrum worden gebracht.
Als de nieuwe accu hetzelfde aangeeft als de originele
u
accu, brengt u de lader naar een erkend servicecentrum
om te laten testen.
Opmerking: het kan tot 30 minuten duren om te bepalen
of een accu al dan niet defect is. Als de accu te warm of
te koud is, knippert de led afwisselend snel en langzaam
rood.
In- en uitschakelen (afb. D & E)
Om in te schakelen, schuift u de vergrendelingsknop (2)
u
naar links, trekt u vervolgens aan de drukschakelaar met
variabele snelheid (1) en houdt u deze vast.
Om uit te schakelen, laat u de drukschakelaar (1) los.
u
Waarschuwing! Schakel het gereedschap niet in of uit als
het belast is.
Waarschuwing! Schuif de vergrendelingsknop (2) altijd naar
rechts (de vergrendelde positie) wanneer het gereedschap
niet wordt gebruikt.
(Vertaling van de originele instructies)
Variabele snelheidsregeling
De aan/uit-schakelaar met variabele snelheid biedt
verschillende zaagsnelheden om het materiaal aan de best
mogelijke snelheid te zagen.
De snelheid is afhankelijk van de mate waarbij aan de
u
drukschakelaar (1) getrokken wordt.
Schuin zagen (afb. F, G & H)
De zaagschoen kan zowel naar links als rechts op een
schuine hoek van 22,5º of 45° worden ingesteld.
Om de schuine hoek in te stellen:
Maak de vastzetbout van de schoen (13) los met behulp
u
van de meegeleverde inbussleutel (14) om de zaagschoen
(6) los te maken.
Schuif de zaagschoen (6) naar voren om deze van het 0°
u
palletje los te maken.
Draai de zaagschoen naar de gewenste schuine hoek
u
(afb. G).
Schuif de zaagschoen achteruit om in het linker- of
u
rechterpalletje vast te zetten.
Maak de vastzetbout van de schoen (13) vast met behulp
u
van de meegeleverde inbussleutel (14) om de zaagschoen
(6) in de vereiste positie vast te zetten.
Opmerking: u kunt de zaagschoen zowel naar links als rechts
schuin zetten in de standen 22,5° en 45°.
Zaagfuncties (afb. I)
Deze decoupeerzaag heeft drie zaagfuncties, twee rond en
één recht. De ronde zaagwerking heeft een agressievere
zaagbladbeweging en is ontworpen voor het zagen van zachte
materialen zoals hout en kunststof. De ronde zaagwerking
geeft een snellere zaagbeweging, maar een minder
gelijkmatige zaagsnede door het materiaal. Bij de ronde
zaagbeweging beweegt het zaagblad naar voren tijdens de
zaagslag, in aanvulling op de op- en neergaande beweging.
Waarschuwing! Metaal en hardhout moet u nooit rond zagen.
Schuif de zaagfunctieknop (7) naar een van de drie
u
mogelijke zaagposities: 0, 1 en 2.
Positie 0 is voor recht zagen.
u
Posities 1 en 2 zijn voor rond zagen.
u
De agressiviteit van de zaagsnede neemt toe naarmate de
u
hendel wordt verzet van één naar twee, waarbij twee de
meest agressieve zaagsnede is.
Zagen
Houd het gereedschap altijd met beide handen vast.
u
Laat het zaagblad gedurende enkele seconden vrij
u
bewegen voordat u met zagen begint.
Oefen tijdens het zagen weinig druk op het gereedschap
u
uit.
NEDERLANDS
39