Controle Van Het Brandstofpeil; Controle Van De Start Accu; Gebruik Van Het Aggregaat; Startprocedure - SDMO Diesel 15000 TE Manual De Utilización Y Mantenimiento

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 25

3.4. Controle van het brandstofpeil

Gevaar
Controleer het brandstofpeil op de peilaanwijzer van de brandstof (fig.A - rep. 3). Indien nodig, moet u de tank vullen:
Schroef de dop van de brandstoftank los (fig. A - rep. 4).
Vul de brandstoftank met de trechter tot de indicatie "F", terwijl u erover waakt geen brandstof te morsen.
Gebruik alleen zuivere brandstof die geen water bevat
Overvul de tank niet (er mag geen brandstof in de vulpijp staan).
Controleer na het vullen altijd of de dop van de tank goed is gesloten.
Als er brandstof is gemorst dient u te wachten tot dit is opgedroogd en de dampen zijn opgelost voor u het
Opgelet
stroomaggregaat aanzet.
Schroef de dop van de tank weer aan.

3.5. Controle van de start accu

Plaats de accu nooit in de buurt van een vlam of vuur
Gebruik alleen geïsoleerd gereedschap
Gebruik nooit zwavelzuur of aangezuurd water om de elektrolyt bij te vullen.
Gevaar
Zorg ervoor dat de "-"pool van de accu (fig. A – rep. 14) correct is aangesloten op het circuit.

4. Gebruik van het aggregaat

Voor ieder gebruik:
- moet u weten hoe een noodstop van het aggregaat uitgevoerd wordt,
- moet u alle bedieningsorganen en handelingen perfect beheersen.
Waarschuwing
Zet het contact van de motor op stop "OFF" of "О" om het stroomaggregaat dringend stil te leggen.

4.1. Startprocedure

Controleer of het stroomaggregaat goed is aangesloten op de aarde (zie § Aarding van het aggregaat).
Controleer het oliepeil (zie § Controle van het oliepeil).
Open de brandstofkraan (fig. A - pos. 5 & fig. C - pos. 1).
Draai de aan- en uitschakelaar (fig. A - pos. 6) in de eerste stand (contact).
Draai voor het starten bij zeer lage temperaturen de schakelaar in de tweede stand (voorverwarmen) en houd hem 5 seconden in
die stand.
Draai de aan- en uitschakelaar in de startpositie (derde stand) totdat de motor start (laat de sleutel los na maximaal 10 seconden).
De aan- en uitschakelaar keert weer terug in de eerste stand.
4.2. Werking
Als het aggregaat met een stabiel toerental draait (ongeveer 3 min) :
Controleer of de schakelaars (fig. A - rep. 7) zijn ingeduwd. Induwen indien nodig.
Sluit de te gebruiken toestellen aan op de stopcontacten (fig. A - rep. 9) van het stroomaggregaat.
De urenteller (fig. A - rep. 8) geeft weer hoelang het aggregaat werkt.
4.3. Stilleggen
De toestellen afzetten en uit de stopcontacten halen (fig. A - rep. 9).
De motor stationair laten draaien gedurende 1 of 2 min.
De aan- en uitschakelaar (fig. A - rep. 6) op positie " O" zetten: het stroomaggregaat gaat uit.
De dop van de brandstof sluiten (fig. A - rep. 5 & fig. C - rep. 1).
Zorg altijd voor de geschikte ventilatie van het stroomaggregaat.
Zelfs na het uitzetten blijft de motor warmte produceren.
Waarschuwing
Het vullen met brandstof moet gebeuren met de motor uit en conform de veiligheidsregels
(cf. § Vullen met brandstof).
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido