Gebruiksaanwijzing
Gebruik van het geheugen
De laatste 10 meet- en berekeningswaarden
(afstand, oppervlakte, inhoud) worden in het
geheugen opgeslagen.
0IX ST
r
&MN QIIV QIXMRKIR [SVHIR HI SYHWXI
[EEVHIR SZIVWGLVIZIR
r
&MN FIVIOIRMRKW[EEVHIR STTIVZPEOXI
IR^ [SVHIR RMIX HI EJ^SRHIVPMNOI
EJWXERHIR IR XYWWIRVIWYPXEXIR
STKIWPEKIR QEEV EPPIIR LIX
IMRHVIWYPXEEX
De inhoud van het geheugen opvragen:
n Druk op de toets RCL (12).
In het display (2) worden de laatste drie
waarden weergegeven. Linksboven
verschijnt naast het geheugensymbool
het volgnummer en het aantal opgeslagen
waarden (bijvoorbeeld 05/05).
n Druk op de toets + (11) om de volgende
waarde (bijvoorbeeld 04/05) op te
vragen.
n Druk op de toets – (13) om de vorige
waarde (bijvoorbeeld 01/05) op te
vragen.
De geheugenmodus verlaten:
n Druk op een willekeurige toets, behalve de
aan/uit-toets (9) en de omschakeltoets
voor de maateenheid (10).
De tweede
meetwaarde
verschijnt in de
bovenste regel,
het resultaat in de
onderste regel.
Verwijdertoets gebruiken
De verwijdertoets CLR (9) wordt gebruikt:
–
voor het verwijderen van de actuele
meetwaarde; deze wordt dan ook niet
in het geheugen opgeslagen.
–
voor het verlaten van de meet- en
berekeningsmodi (meting van opper-
vlakten, inhouden of indirecte afstanden).
0IX ST
&MN HI FIVIOIRMRKWQSHM STTIVZPEOXIR
MRLSYHIR MRHMVIGXI EJWXERHIR OYRRIR
HI PEEXWXI QIIX[EEVHIR IR HI HEEVQII
FIVIOIRHI [EEVHIR RMIX [SVHIR ZIV[MNHIVH
Nauwkeurigheid controleren
Kies een meetafstand waarvan de lengte
bekend is en die duurzaam onveranderlijk
is (bijvoorbeeld lengte van kamer).
n Meet de afstand 10 keer achter elkaar.
De afwijking van de meetwaarden mag
maximaal ±5 mm bedragen.
Voer deze controle regelmatig uit en leg de
resultaten vast om tendensen te kunnen
herkennen.
:SSV^MGLXMK
0EEX LIX ETTEVEEX YMXWPYMXIRH MRWXIPPIR HSSV
IIR IVOIRH ZEOQER
Fouten verhelpen
Fout:
Gereedschap kan niet worden ingeschakeld.
Batterijen leeg of verkeerd geplaatst.
Oplossing
Batterijen controleren. Indien nodig nieuwe
batterijen inzetten.
Oplossing
Wacht tot het gereedschap de bedrijfs-
temperatuur (0–40 °C/32–104 °F) heeft bereikt.
Foutmelding:
Temperatuur te
hoog of te laag.
65