• Dubbele puls.
Uitsluitend in het geval van synergetische MIG/MAG-
lasprocessen. Tijdens dit lasproces varieert de inten-
siteit van de stroom tussen de twee niveaus. Voordat
u het lassen met een dubbele puls instelt, moet u een
korte lasnaad maken om de snelheid van de draad en
de stroom voor de optimale penetratie en de breedte
van de lasnaad voor de gewenste verbinding te kunnen
bepalen.
Op deze manier bepaalt u de waarde van de snelheid voor
de voortgang van de draad (en dus de stroom) waar de
in te stellen meters per minuut bij worden opgeteld of
van worden afgetrokken.
Houd er rekening mee dat een correcte lasnaad een over-
lapping van twee "mazen" van minstens 50% vereist.
Frequentie
0,1 Hz
Pulshoogte
0,1 m/min
Pulslengte
Booglengte cor-
rectie
Frequentie van de dubbele puls.
De frequentie in Hertz is het aantal periodes per mi-
nuut. Een periode is het moment dat de snelheid van
hoog naar laag en omgekeerd wijzigt.
De lasser gebruikt de lage, niet-prenetrerende snelheid
om van de uitvoering van de ene naar de andere maas
te springen; de hoge snelheid komt overeen met de
maximale stroom; deze penetreert en verricht de
maas. In dit geval komt het lasapparaat tot stilstand en
verricht de maas.
Pulshoogte: de breedte van de variatie van de snelheid
in m/min.
De variatie bepaalt de optelling of aftrekking in m/min
van de eerder beschreven referentiesnelheid. Net als in
het geval van de andere parameters zal de maas langer
worden en neemt de penetratie toe als u het aantal laat
toenemen.
Pulslengte. . Dit is de tijd van de dubbele puls uit-
gedrukt in percentage. Dit is de tijd van de grootste
snelheid/stroom ten opzichte van de duur van de pe-
riode. Net als de andere parameters bepaalt deze de
diameter van de maas en dus de penetratie.
Boogcorrectie. Bepaalt de lengte van de boog van de
grootste snelheid/stroom.
Opgelet: voor een goede afstelling is de booglengte
voor beide stromen gelijk.
Selecteer de parameter door aan de knop 2 te draaien.
MIN
MAX
5,0 Hz
3,0 m/min
1,0 m/min
25%
75%
-9,9
9,9
Bevestig uw keuze door op dezelfde knop te drukken.
U kunt de waarde regelen door aan de knop 2 te draa-
ien. Bevestig uw keuze door op de knop 2 of op de
toets
Met een druk op de toets DEF worden de fabrieksin-
stellingen van de parameters hersteld.
DEF
1,5 Hz
50%
0,0
• Gasvoorstroom.
De instelling kan variëren van 0 tot 10 seconden
Selecteer de parameter door aan de knop 2 te draaien.
Bevestig uw keuze door op dezelfde knop te drukken.
U kunt de waarde regelen door aan de knop 2 te draaien.
Bevestig uw keuze door op de knop 2 of op de toets
te drukken.
Met een druk op de toets DEF worden de fabrieksinstel-
lingen van de parameters hersteld.
• Gasnastroom.
De instelling kan variëren van 0 tot 25 seconden.
Selecteer de parameter door aan de knop 2 te draaien.
Bevestig uw keuze door op dezelfde knop te drukken.
U kunt de waarde regelen door aan de knop 2 te draaien.
Bevestig uw keuze door op de knop 2 of op de toets
te drukken.
Met een druk op de toets DEF worden de fabrieksinstel-
lingen van de parameters hersteld.
te drukken.
129