6. Houder plaatsen en op de scheidingswand (Fil-
toSmart 200/300) of aan de reservoirwand (Fil-
toSmart 100) bevestigen.
7. Verwarming tot de aanslag in de doorlaatring schui-
ven.
– Voor eenvoudiger montage de glazen kolf van de
verwarming met water bevochtigen.
– Verwarming pas na afronding van alle werkzaam-
heden inbouwen. (→ Apparaatkop monteren)
– Erop letten, dat de O-ring juist geplaatst is.
PLAATSEN EN AANSLUITEN
Volgorde van de uit te voeren werkzaamheden:
1. Indien het apparaat moet worden opgesteld: De
meegeleverde rubbervoeten op de bodem van het
reservoir monteren.
2. Verwarmingseenheid eventueel naderhand inbou-
wen (→ Uitrustingsset inbouwen)
3. Filtermateriaal positioneren (→ Filtermateriaal rei-
nigen/vervangen)
4. Apparaat opstellen.
– Apparaat naast of onder het aquarium opstellen.
Let op de maximale opvoerhoogte. (→ Techni-
sche gegevens)
5. Aansluitingen uitvoeren (→ Aansluitingen uitvoe-
ren)
Voor goede standvastigheid zorgen
J
Ter verbetering van de standvastigheid bevindt het re-
servoir zich in een standvoet (afneembaar).
• Meegeleverde rubberen voeten in de standvoet
draaien.
• Reservoir alleen met gemonteerde standvoet op-
stellen.
Aansluitingen uitvoeren
Zuigeenheid samenbouwen
Zo gaat u te werk:
L
• Zuigeenheid samenbouwen
• Debiet instellen
– Met een munt de debietregelaar in de slangadap-
ter in de richting MIN of MAX draaien.
Uitstroomeenheid samenbouwen
Zo gaat u te werk:
M
• Uitstroomeenheid samenbouwen
– Als alternatief kan in plaats van de uitstroombuis
ook de waterverdeler worden gebruikt.
• Met een munt de debietregelaar in de slangadapter
op MAX draaien.
Slang aansluiten
De procedure is voor de ingang (IN) en de uitgang
(OUT) gelijk.
Zo gaat u te werk:
N
1. Slang op passende lengte inkorten.
– Kies de lengte zodanig, dat bij de opstelling de
slang niet kan knikken.
2. Wartelmoer op de slangtule van de aansluiteenheid
schroeven.
3. Slang op de slangtule schuiven en de wartelmoer
linksom draaien om de slang vast te zetten.
4. Andere slanguiteinde op de slangtule van de aanzui-
geenheid/uitstroomeenheid schuiven en de wartel-
moer linksom draaien om de slang vast te zetten.
C
• Zuigeenheid en uitstroomeenheid met de zuignap-
pen in het aquarium bevestigen.
INBEDRIJFSTELLING
O P M E R K I N G
Alle filtermaterialen voor het eerste gebruik met warm
leidingwater grondig uitspoelen om mogelijke vervui-
lingen te verwijderen. (→ Filtermateriaal reinigen/ver-
vangen)
O P M E R K I N G
Pomp mag niet drooglopen!
Pomp raakt defect.
• Waterpeil en circulatie in het filter en in het aqua-
rium regelmatig controleren.
- NL -
35