• Voorkom kortsluitingen.
• Stel de batterij niet bloot aan water of regen.
• Alleen voor EU-landen
Geef elektrische apparatuur of accu's niet met het huishoudelijk afval mee!
Met inachtneming van de Europese Richtlijnen betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur,
batterijen en accu's inclusief opgebruikte batterijen en accu's, en de implementatie van deze richtlijnen in overeen-
stemming met nationale wetgeving, moeten elektrische apparaten, batterijen en accu's die het einde van hun lev-
ensduur bereikt hebben, gescheiden worden ingezameld en worden ingeleverd bij een recyclingbedrijf dat aan de
milieurichtlijnen voldoet.
LET OP:
1.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES – Deze gebruiksaanwijzing
bevat belangrijke veiligheids- en bedieningsinstructies voor de
acculader.
2.
Alvorens de acculader in gebruik te nemen, leest u eerst alle
instructies en waarschuwingsopschriften op (1) de acculader,
(2) de accu en (3) het apparaat waarin de accu wordt
aangebracht.
3.
LET OP – Om de kans op letsel te verkleinen, mag u alleen
oplaadbare accu's van het Makita-type opladen.
typen accu's kunnen barsten waardoor persoonlijk letsel of
schade kan worden veroorzaakt.
4.
Niet-oplaadbare accu's kunnen niet worden opgeladen met
deze acculader.
5.
Gebruik
een
stroomvoorziening
aangegeven op het typeplaatje van de acculader.
6.
Laadt de accu niet op in de buurt van ontvlambare vloeistoffen
of gassen.
7.
Stel de acculader niet bloot aan regen of sneeuw.
8.
Draag de acculader nooit aan het netsnoer en trek nooit aan
het netsnoer om zo de stekker uit het stopcontact te trekken.
9.
Na het opladen of voordat u de acculader onderhoudt of
schoonmaakt, trekt u de stekker van de acculader uit het
stopcontact. Trek aan de stekker en niet aan het netsnoer.
10. Zorg ervoor dat het netsnoer op een plaats ligt waar er niet op
wordt gestaan, over gestruikeld of anderszins blootgesteld
aan beschadiging of krachten.
Opladen
1.
Steek de stekker van de acculader in een stopcontact van de
juiste spanning. Het laadlampje knippert groen.
2.
Volg de aanduidingen op de acculader en schuif de accu zo
ver mogelijk in de acculader. Het deksel van de acculader gaat
open wanneer u de accu erin steekt, en gaat weer dicht
wanneer u de accu eruit haalt.
3.
Nadat de accu in de acculader is gestoken, brandt het
laadlampje rood en begint het opladen waarbij kortstondig een
vooraf ingestelde einde-opladen-melodie klinkt om aan te
geven dat het opladen is begonnen.
Einde-opladen-melodie veranderen
1.
Nadat de accu in de acculader is gestoken, klinkt kortstondig
de laatst ingestelde einde-opladen-melodie.
2.
Als u binnen vijf seconden de accu eruit haalt en weer erin
steekt, verandert de melodie.
3.
Iedere keer wanneer u de accu binnen vijf seconden eruit
haalt en weer erin steekt, verandert de melodie op volgorde.
4.
Wanneer de gewenste melodie klinkt, laat u de accu in de
acculader zitten zodat het opladen begint. Als de korte
pieptoon is geselecteerd, zal geen einde-opladen-melodie
klinken nadat het opladen is voltooid (geluidloze functie).
Spanning
Aantal cellen
Ni-MH accu
Spanning
Aantal cellen
Li-ion accu
*1 Deze accu's kunnen alleen worden opgeladen met de DC18RC.
met
een
9,6 V
12 V
8
10
B9017A
—
BH9020/A
—
—
BH1220/C
—
—
BH9033/A
—
—
BH1233/C
14,4 V
18 V
4
5
BL1415
BL1815
—
—
BL1415NA
BL1815N
*1
—
BL1820
—
—
—
—
11. Gebruik de acculader niet met een beschadigd snoer of een
kapotte stekker. Als het snoer of de stekker beschadigd is,
vraagt u dan een bevoegd Makita servicecentrum om het te
vervangen, om risico te voorkomen.
12. Gebruik de acculader niet en haal hem niet uit elkaar nadat
deze is blootgesteld aan een zware schok, is gevallen of op
een andere manier is beschadigd, maar breng deze naar een
vakbekwame reparateur. Door onjuist gebruik of in elkaar
Andere
zetten kan een risico van elektrische schokken of brand
ontstaan.
13. Dit apparaat is niet geschikt voor gebruik door personen
(waaronder kinderen) met een verminderd lichamelijk,
zintuiglijk of geestelijk vermogen, of gebrek aan kennis en
spanning
ervaring, behalve indien zij instructies hebben gehad en onder
toezicht staan van een persoon die verantwoordelijk is voor
hun veiligheid.
14. Kinderen moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen
dat ze niet met de acculader spelen.
15. Laad de accu niet op wanneer de kamertemperatuur LAGER
is dan 10°C of HOGER dan 40°C. Wanneer de temperatuur
van de accu tot onder 0°C gedaald is, kan het opladen niet
beginnen.
16. Gebruik geen spanningstransformator, motorgenerator of
gelijkspanningsstopcontact.
17. Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen van de acculader niet
worden afgedekt of geblokkeerd.
4.
Nadat het opladen is voltooid, verandert het laadlampje van
rood naar groen en klinkt de einde-opladen-melodie of de
zoemer (lange pieptoon) om aan te geven dat het opladen
voltooid is.
5.
De laadtijd varieert met de temperatuur (10°C – 40°C) waarbij
de accu wordt opgeladen en met de toestand van de accu,
bijvoorbeeld een accu die nieuw is of lange tijd niet is gebruikt.
6.
Na het opladen haalt u de accu uit de acculader en trekt u de
stekker uit het stopcontact.
5.
Nadat het opladen is voltooid, blijft het groene laadlampje
branden en gaat het rode laadlampje uit, en klinkt de melodie
die is ingesteld toen de accu erin werd gestoken of de zoemer
(lange pieptoon) om aan te geven dat het opladen voltooid is.
(Als de stille functie is geselecteerd, klinkt geen melodie.)
6.
De ingestelde melodie wordt onthouden, ook als de stekker
van de acculader uit het stopcontact wordt getrokken.
14,4 V
Capaciteit (A/uur)
12
—
—
1,8 (IEC61951-2)
BH1420
1,8 (IEC61951-2)
BH1427
2,5 (IEC61951-2)
—
3,1 (IEC61951-2)
BH1433
3,1 (IEC61951-2)
14,4 V
18 V
8
10
—
—
BL1430/A
BL1830
—
—
—
—
*1
BL1440
BL1840
—
BL1850
• Vernietig de batterij niet in een vuur.
• Recycle altijd de accu's.
Oplaadtijd (minuten)
1,7
Capaciteit (A/uur)
volgens de IEC61960
1,3
3,0
1,5
2,0
*1
4,0
*1
5,0
20
20
15
20
30
22
Oplaadtijd
(minuten)
15
22
15
18
36
45
9