Voorschriften En Bepalingen; Plaats Van Montage; Montage Van Het Toestel - Stiebel Eltron ETT 350 Operación E Instalación

Acumuladores dinámicos
Ocultar thumbs Ver también para ETT 350:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

elektronische oplaadregelsysteem
LED brandt „groen" ⇒ geen storing
het oplaadregelsysteem werkt correct
LED brandt „rood" ⇒ storing
a) Keuzeknop voor opladen (R1) en/of
kernvoeler (B1) defect of niet aangeslo-
ten
b) Geleiderbrug X17 voor het reduceren
van de laadgraad ontbreekt.
Er vindt geen oplading plaats.
LED brandt „oranje" ⇒ storing
(alleen bij ingebouwde ontladingsregelaar)
a) interne ontladingsregelaar (A2) defect.
b) ruimtethermostaat (B2) defect of niet
aangesloten.
Er vindt geen ontlading plaats.
c) Keuzeknop voor ontlading (R2) defect
of niet aangesloten.
De ruimtetemperatuur wordt tot ca. 22 °C
geregeld.
Radiozekering 5x20mm 2A traag
Als bijkomende bescherming van de elek-
tronische oplaadregelaar is de interne
schakeling voorzien van een uitwisselbare
radiozekering. Deze bevindt zich in een
tweedelige houder, geplaatst tussen de
aansluitklemmen X1 en X2.
Voor vervanging van deze zekering, de bo-
venste houder, waarin de zekering vast zit,
uittrekken.
Hiervoor is de elektrische voeding
voordien uit te schakelen.

2.3 Voorschriften en bepalingen

Let op de in de verpakking van het toe-
stel bijgesloten onderdelen en accessoi-
res!
De bouw- en garantieverordening van
het betreffende land moet in acht wor-
den genomen.
De plaats van opstelling moet een vol-
doende draagvermogen bezitten.
In geval van twijfel moet een bouwkun-
dige in de arm worden genomen (voor
gewichten van de warmteaccumulator
zie „Technische gegevens").
De minimale afstanden tot aangrenzende
objecten moeten worden aangehouden
B.
Alle elektrische aansluit- en installatie-
werkzaamheden moeten conform de
VDE-bepalingen (0100), de voorschriften
van de betreffende nutsbedrijven alsme-
de de desbetreffende nationale en regio-
nale voorschriften worden uitgevoerd.
Het toestel moet via een extra inrichting
36
met een minimale afstand van minstens
3 mm alpolig van het net kunnen worden
gescheiden. Hiertoe kunnen beveiligin-
gen, zekeringen en dergelijke worden
geïnstalleerd.
Een verhoging achteraf van het aansluit-
vermogen moet opnieuw door het
betreffende nutsbedrijf worden goedge-
keurd. Wordt een dergelijke verhoging
niet aan het nutsbedrijf gemeld, dan
betekent dit contractbreuk t.a.v. de
stroomleverings overeenkomst.
De bedrijfsmiddelen moeten aan de hand
van het nominaal opgenomen vermogen
van de toestellen worden berekend.
Het kenplaatje moet in acht worden ge-
nomen! De aangegeven spanning moet
met de netspanning overeenkomen.
Om aan de VDE-eis ten aanzien van de
stabiliteit te voldoen, moet het toestel
worden vastgezet.

2.4 Plaats van montage

Het toestel mag niet
– in ruimten worden gebruikt, die als
gevolg van chemicaliën, stof, gassen of
dampen vuur- of explosiegevaarlijk zijn;
– in de onmiddellijke nabijheid van leidin-
gen of reservoirs gebruikt worden, die
brandbare of explosiegevaarlijke stoffen
voeren of bevatten;
– gebruikt worden, als de minimale afstan-
den tot aangrenzende objecten niet in
acht worden genomen.
In werkplaatsen of andere ruimten, waarin
uitlaatgassen, olie- en benzinedamp enz.
voorkomen of waarin met oplosmiddelen
en chemicaliën wordt gewerkt, kan vrij
lang aanhoudende stankoverlast en even-
tueel verontreiniging optreden.
Opstelwand
Er moet gecontroleerd worden, of er een
voldoende draagkrachtige bevestigings-
wand voor het bevestigen van het toestel
aanwezig is.
Is er geen geschikte bevestigingswand
aanwezig, dan moet het toestel op de vloer
worden bevestigd (direct aan de vloer vast-
bouten of met behulp van een Vario-conso-
le [speciale accessoire]).
Vloer
Het montagevlak voor het toestel moet vlak
en voldoende draagkrachtig zijn, zodat het
toestel niet scheluw trekt.
Er moet een temperatuur-
bestendigheid van de bevestigings-
wand van minstens 85 °C alsmede
van de vloer van minstens 80 °C gegaran-
deerd zijn.

2.5 Montage van het toestel

Om aan de eisen van het energiebedrijf ten
aanzien van de stabiliteit te voldoen, moet
de warmteaccumulator door een wand- of
vloerbevestiging H tegen losraken bevei-
ligd worden.
De noodzakelijke bouten en pluggen voor
het bevestigen van het toestel behoren niet
tot de leveringsomvang. Deze moeten door
de installateur aan de hand van het ma-
teriaal van de wand gekozen en geleverd
worden.
Wandbevestiging
In de achterwand van het toestel is ter
plaatse van de schakelruimte een gat aan-
gebracht, waardoor ter bevestiging aan
een voldoende draagkrachtige wand een
geschikte bout kan worden gestoken (voor
afmetingen zie „Technische gegevens", pa-
gina 34).
Alvorens het toestel te bevestigen moet er
op gelet worden, dat de toelaatbare mini-
male afstanden tot aangrenzende objecten
worden aangehouden.
Vloerbevestiging
De bevestiging aan de vloer geschiedt door
de bodem van het toestel via de 4 gaten
Ø 9 mm met de vloer te verbinden.
Deze bevestiging is alleen bij afgenomen
luchtuit- en luchtingangsroosters en verwij-
derde luchtgleidings kit mogelijk.
2.5.1 Opstelling van het toestel
C - H
⇒ Luchtuitgangsrooster (4) losschroeven
en afnemen;
⇒ De onderkant van het luchtingangsroos-
ter (5) van de veren aftrekken, en het
rooster door aanheffen uit de bovenste
vijzen verwijderen
⇒ Voorwand (3) alsmede de daarachter
liggende tussenwand (7) telkens aan de
onderste rand losschroeven, naar voren
zwenken en aan de bovenste rand door
enigszins op te tillen uithangen;
⇒ Afdekplaat (9) en al het karton uit de
binnenruimte verwijderen. Deze moet
volledig vrij van vreemde voorwerpen
zoals verpakking enz. zijn;
⇒ Rechter zijwand (2) licht optillen en afne-
men;
⇒ Netaansluitleidingen alsmede aansluitlei-
dingen voor oplaad- en ontlaadregelsy-
steem door de opening in de achterwand
van het toestel (12) in het toestel voeren
en met inachtneming van punt 2.5.2 aan-
sluiten (aansluitleiding ca. 260 mm afzet-
ten en naar behoefte inkorten, zo dat de
luchtsleuf aan de zijwand van het toestel
vrij blijft);
⇒ Toestel op de plaats van opstelling neer-
zetten en aan de bevestigingswand (bij
noodzakelijke vloerbevestiging aan de
vloer) vastbouten.
Warmte-isolatie in het toestel op
transportschade controleren, eventu-
eel vervangen.
Accumulatorelementen inzetten I - J
De accumulatorelementen worden sepa-
raat verpakt geleverd.
Accumulatorelementen met lichte trans-
portschade kunnen toch gebruikt worden.
De functie van het toestel wordt daardoor
niet nadelig beïnvloed.
Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Ett 500

Tabla de contenido