• systemen voor civiele en industriële waterdistri-
butie
• irrigatie (bijvoorbeeld, landbouw en sportfacilitei-
ten)
Onjuist gebruik
GEVAAR:
Deze pomp niet gebruiken voor ontvlam-
bare en/of explosieve vloeistoffen.
WAARSCHUWING:
Onjuist gebruik van de pomp kan leiden
tot gevaarlijke situaties en kan persoon-
lijk letsel en schade aan de eigendom-
men veroorzaken.
Opmerking:
Gebruik deze pomp niet voor het behandelen van
vloeistoffen met schurende, vaste of vezelachtige
stoffen, giftige of corrosieve vloeistoffen, drinkbare
vloeistoffen anders dan water of vloeistoffen die niet
compatibel zijn met het materiaal van de pompinstal-
latie.
Onjuist gebruik van het product leidt tot garantiever-
lies.
3.2 Toepassingslimieten
Raadpleeg
op pagina 186 voor de maximale
Tabel 3
werkdruk en de intervallen van de vloeistoftempera-
turen
3.3 Het typeplaatje
Het typeplaatje bestaat uit een label op de pomp.
Het gegevensplaatje bevat belangrijke productinfor-
matie. Zie
op pagina 183 voor meer in-
Afbeelding 1
formatie.
WRAS-label - Installatieeisen en opmerkingen
(alleen voor GB)
Een WRAS-label op de pomp betekent dat het een
`Water Regulations Advisory Scheme` goedgekeurd
product is. Dit product is geschikt voor gebruik met
drinkbaar water voor consumptie door mensen. Voor
meer informatie, raadpleeg de IRNs R001 en R415
in de WRAS Water Fittings and Materials Directory
(www.wras.co.uk).
IMQ of andere merken (alleen voor elektrische
pomp)
Tenzij anders vermeld, voor producten met een aan-
duiding van elektrisch-gerelateerde veiligheidsgoed-
keuring, verwijst de goedkeuring uitsluitend naar de
elektrische pomp.
4 Installatie
Voorzorgsmaatregelen
WAARSCHUWING:
• Neem de geldende regels ter voorko-
ming van ongelukken in acht.
• Gebruik geschikte apparatuur en be-
schermingsmiddelen.
• Raadpleeg altijd de lokale en/of natio-
nale wet- en regelgeving, en gelden-
de regels met betrekking tot het se-
nl - Vertaling vanuit het origineel
lecteren van de locatie voor de instal-
latie, en de aansluitingen voor water
en stroom.
4.1 Eisen aan de installatie
4.1.1 Locatie van de pomp
GEVAAR:
Gebruik deze pomp niet in omgevingen
waarin mogelijk ontvlambare/explosieve
of chemisch agressieve gassen of poe-
ders aanwezig zijn.
Richtlijnen
Neem de volgende richtlijnen in acht met betrekking
tot de locatie van het product:
• Zorg dat de koellucht die door de motorventilator
wordt geleverd niet geblokkeerd wordt.
• Zorg ervoor dat het gebied van de installatie be-
schermd wordt tegen vloeistoflekkages of over-
stroming.
• Plaats de pomp zo mogelijk enigszins hoger dan
het vloeroppervlak.
• De omgevingstemperatuur moet liggen tussen de
-30°C (-22°F) en +50°C (+122°F) tenzij anders
vermeld staat op het gegevensplaatje.
• De relatieve vochtigheid van de omgevingslucht
moet minder zijn dan 50% bij +40 °C (+104 °F).
Installatie boven vloeistofbron (aanzuighoogte)
De maximale opvoerhoogte van een pomp is thero-
retisch 10,33 m. In de praktijk hebben de volgende
factoren invloed op de aanzuigcapaciteit van de
pomp:
• Temperatuur van de vloeistof
• Hoogte boven zeeniveau (in een open systeem)
• Systeemdruk (in een gesloten systeem)
• Weerstand van de leidingen
• Eigen intrinsieke doorvoerweerstand van de
pomp
• Hoogteverschillen
Voor meer informatie over de prestaties, zie
op pagina 187.
ding 4
Opmerking:
Voorkom dat de zuigcapaciteit van de pomp wordt
overschreden, omdat dit kan leiden tot cavitatie en
schade aan de pomp.
4.1.2 Vereisten voor leidingen
Voorzorgsmaatregelen
VOORZICHTIG:
• Gebruik leidingen die geschikt zijn
voor de maximale bedrijfsdruk van de
pomp. Nalatigheid kan ertoe leiden
dat het systeem gaat scheuren, met
de kans op letsel.
• Zorg dat alle aansluitingen worden
uitgevoerd door gekwalificeerde tech-
nicus in overeenstemming met de
geldende regelgeving.
Checklist leidingen
Afbeel-
43