Telcoma Automations T124 Manual De Instrucciones página 61

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 24
NL
INSTELLING VAN DE FUNCTIES (tabel 2)
De diverse opties die hiernaast beschreven worden kunnen ingesteld worden met de dipschakelaar func-
ties (det. 8 fig. 1).
- Er wordt op gewezen dat om een verandering van de instellingen aan de besturingskast uit te voe-
ren de stroomvoorziening even uit- en weer ingeschakeld moet worden of dat de 2 resetpinnen
van de besturingskast even kortgesloten moeten worden.
FOTO TEST
Om ervoor te zorgen dat de fototest functioneert moet de installatie voorzien zijn van twee voedingslijnen
voor de fotocellen, de eerste moet aangesloten zijn op de klemmen 10 en 11 die de ontvangers van stroom
voorziet en de tweede op de klemmen 12 en 13 die de zenders van stroom voorziet (de fototest moet
geactiveerd worden door de dipschakelaar nr. 7 op de stand ON te zetten).
De besturingskast controleert of de fotocellen goed functioneren door aan elk begin van een beweging het
inschakelen ervan te simuleren. In feite onderbreekt hij de stroomvoorziening naar de zenders even en
controleert of de staat van de ontvanger verandert.
Als alles in orde is start de motor en begint de beweging. Als er problemen aan de ontvanger zijn dan stop
tde cyclus en dit wordt gesignaleerd doordat het controlelampje poort open een paar keer knippert.
De fototestfunctie biedt behalve de veiligheidsfactor ook de volgende voordelen:
- energiebesparing (de zenders van de fotocellen zijn bij gesloten poort uit)
- toename van de werkingsduur in geval van batterijvoeding
- minder slijtage van de onderdelen van de zender van de fotocel.
- De fototest functioneert ook met fotocel 2 (Jolly ingang).
- Bij installaties met fototest als de poort gesloten is krijgen de zenders van de fotocellen geen stroom
toegevoerd en is de ingang FT1 open (led uit).
De fotocellen met aansluitingen voor fototest functioneren alleen tijdens de beweging. Om deze te
testen:
- ga in de programmeerfunctie staan (volg de punten van 2 t/m 5)
- controleer de fotocellen
- verlaat de programmeerfunctie met een reset.
REGELING VAN DE GEVOELIGHEID
Volgens de norm EN 12445 moet elke automatisering de stootproeven gemeten met een speciaal instrument
doorstaan.
De stootproeven moeten verricht worden en de gevoeligheid van de encoder moet veranderd worden door aan
de trimmer (det. 12 fig. 1) te draaien.
Indien dit niet voldoende is om weer binnen de door de normen aangegeven grafiek te komen adviseren wij om
een profiel van zacht rubber op de poort te monteren om de stootkracht af te zwakken.
Als er door de gevoeligheid te regelen en door het rubber profiel te monteren nog niet aan de norm voldaan kan
worden dan moeten er andere systemen gemonteerd worden zoals bijvoorbeeld een druklijst op de beweegbare
rand van de poort.
61
Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Cb24

Tabla de contenido