104
nederlands
6.4
Isolatieweerstandsmeting
Een isolatieweerstandmeting mag niet in een installatie
met Biral pompen met opgebouwde elektronica geschieden,
daar deze daardoor kunnen beschadigen.
Bij een eventuele test moet de pomp elektrisch gescheiden worden.
Dubbelpompen: De isolatieweerstandmeting moet bij de hoofd
en reservepomp gescheiden doorgevoerd worden.
6.4.1 Isolatieweerstandsmeting A..., AD...
1. Voedingsspanning uitschakelen/onderbreken.
10 min. wachten totdat spanning volledig weg is!
2. Aansluitdraden van de klemmen L, N en aarddraad
verwijderen
3. Klemmen L en N met korte draadbrug kortsluiten
4. Tussen de klemmen L en aarde met max. 1000 VAC
of 1500 VDC testen
Let op: Er mag onder geen beding tussen fase (L) en (N)
gemeten worden
Max. toelaatbare meetstroom < 20 mA
5. De draadbrug tussen de klemmen L en N verwijderen
6. Aansluitdraden L, N en aarde weer aansluiten
7. Voedingsspanning inschakelen
6.4.2 Hoogspanningstest
van de pompen A 802, AD 802, A 1002
Indien een hoogspanningstest bij een A pomp uitgevoerd
moet worden, moeten de aanwijzigingen voor de isolatie-
weerstandmeting opgevolgd worden.
Zie hoofdstuk 6.4.1 isolatieweerstandmeting.