een
derope™-toestel
vermijden dat een noodsituatie de uitvoer van deze
controles hindert.
1. Visuele controle van de ontvangststructuur:
– Verankerpunt voor de derope™-toestellen STD en
UP A: conform de norm EN 795 of een minimale
weerstand van 10 kN (1 ton).
– Ladder voor de derope™-toestellen UP B en UP K:
NL
– Steigers niet vervormd, correct op de muur
bevestigd: minimale weerstand van 10 kN (1 ton).
– Sporten waarop de console bevestigd gaat worden
niet vervormd.
– Drievoet tracpodevan Tractel
toestellen UP R.
– Telescopische poten niet vervormd, niet geplooid
– Aanwezigheid van de caoutchouc zooltjes onder
de poten.
– Aanwezigheid van een geleiderol op de kop van de
tracpode drievoet.
– Geen sporen van vervorming, van corrosie op de
kop van de tracpode drievoet.
– Aanwezigheid van de springwerende broche van
de streng op de geleiderol.
2. Visuele controle van de streng over de volledige
lengte en de uiteinden om de integriteit van de huls
van de streng en de regulariteit van de diameter te
controleren.
3. Controle van de werking van het toestel door
een handmatige beweging van de streng in het
toestel over een minimale lengte van 1 m in beide
richtingen om te controleren of de weerstand bij
de verplaatsing toeneemt met de snelheid van de
verplaatsing.
4. Controle van de goede staat van de afschermingen:
geen beduidende beschadigingen, aanwezigheid
en leesbaarheid van alle markeringen.
5. Controle van de connectors: geen vervormingen of
corrosie, functionele sluiting en vergrendeling.
6. Controle van de consoles de derope™-toestellen
UP B / UP K / UP R: geen vervormingen of corrosie,
functionele vergrendeling.
7. Controle van de leiriemen voor de derope™-
toestellen UP B en UP K: controle van de streng,
de connectors, van de inrichting voor het afstellen
van de lengte.
8. Controle
van
volgens de aanbevelingen van hun respectievelijke
handleidingen.
9. Controleren of het derope™-toestel een periodieke
controle ondergaan heeft in de loop van de 12
afgelopen maanden.
54
gaat
gebruiken
®
voor de derope™-
alle
geassocieerde
producten
om
te
10. Controleren of het derope™-toestel het potentieel
in aantal opeenvolgende dalingen heeft of niet, in
daalhoogte of de te evacueren last om de volgende
operatie uit te voeren: zie tabel 2 van § 7-1.
GEVAAR: Als men anomalieën vaststelt
tijdens deze controles moet het toestel uit dienst
genomen worden om het gebruik ervan te vermijden
en onderwerp uitmaken van een herstelling door
een opgeleide en bevoegde persoon (zie § 10-1).
6.3. Plaatsing van het derope™-toestel
6.3.1. derope™-toestel STD en derope™-toestel
UP A
1. Bepaal of richt het verankerpunt in om het derope™-
toestel te ontvangen.
2. Controleer of het verankerpunt conform de norm
EN 795 is of controleer of deze een weerstand van
meer dan 10 kN (1 ton) biedt.
3. Bevestig het derope™-toestel met de bovenste
connector op het verankerpunt dat voorzien voor
het uitvoeren van de reddingsoperatie, boven de te
evacueren persoon.
4. Vergrendel de connector.
5. Werp de streng naar beneden en zorg ervoor dat
hij niet opgerold is, geen knopen heeft, niet wrijft
tegen een scherpe kant en controleer of de streng
de grond bereikt heeft.
6. Controleer de afwezigheid van obstakels op het
traject van de evacuatie en de ontvangstzone.
Voorbeelden:
glazen oppervlakte.
6.3.2. derope™-toestel UP B (Fig. 6)
1. Plaats de grote console, vergrendelbaar op de
sport van de ladder in de gekozen positie om
de reddingsoperatie uit te voeren, boven de te
evacueren persoon (Fig. 6, 1).
2. Hermonteer de blokkeergeleiding ter hoogte van
de sport onmiddellijk onder deze waarop de grote
console bevestigd is (Fig. 6, 2).
3. Zet de blokkeerpen van de geleiding vast aan de
hand van de klemknop die zich aan de zijkant van
de console bevindt (Fig. 6, 3).
4. Plaats de leiriem:
– Bevestig de connector van de afstelinrichting LCM
05 in het bovenste gat van de verankering (Fig. 6,
4.1).
– Breng de leiriem rond het sport van de ladder
boven de console door één van de steigers van de
ladder te omleiden (Fig. 6, 4.2).
elektrische
draden,
betonstaal,