Bij een aangebrachte netstekker op de AAN/RESET-knop (14) drukken – het oranje
controlelampje (13) moet gaan branden.
Functioneringstest van de lekstroomschakelaar op de UIT/TEST-knop (15) drukken –
PRCD schakelt uit, het oranje controlelampje (13) gaat uit.
Na opnieuw inschakelen van de PRCD moet de aangesloten machine werken.
Reageert de PRCD niet, of schakelt hij bij het inschakelen van het elektrische apparaat bij
herhaling uit, dan moet de complete combinatie door een elektromonteur worden
gecontroleerd.
Een volgend gebruik is voordien niet toegestaan - levensgevaar!
Watervoorziening:
Vanuit de watertank wordt het water voor het boren toegevoerd (9).
De hoeveelheid water via het ventiel (4) instellen, positie 1 betekent weinig, positie 2 veel
water.
De watertoevoer naar de boorkop en boorplek handmatig met het pneumatisch relais (5)
bedienen.
Om deze te vullen kan de watertank door het draaien van de sluitmoer (10) worden geopend.
Met de plunjerpomp (11) wordt de nodige druk voor de watertoevoer opgewekt.
3.4
Bediening (afb. B-2)
Het water voorzichtig in het drukvat doen.
De maximale inhoud mag de 0,75 liter niet overschrijden, zie markering op de watertank (9).
Er mag geen water over de machine lopen, eventueel een trechter gebruiken. Uitsluitend
vullen met schoon water (leidingwater)!
Oppompen van het drukvat, ca. 10 slagen van de pomp.
Instellen van de gewenste waterdoorstroming met het stelwiel (4). Weinig water: positie 1,
veel water: positie 2.
Het geschikte toerental instellen met de draaischakelaar voor de versnelling (7).
De machine stevig aan de handgreep (12) vasthouden. Met de andere hand de machine
voren aan de hals onder het ventielblok sturen.
Beslist een vaste stand aannemen. Niet op een ladder of andere beweegbare
delen staan.
De machine met de schakelaar (8) (met "gasgeef"-functie) inschakelen en direct naar het
maximale toerental opvoeren.
De boorkop plaatsen en met gelijkmatige lichte druk een gat boren. Het is raadzaam om
voor het boren de optionele centreerhulp FF35750 te gebruiken.
Het ventiel voor de watertoevoer kort indrukken.
Met lichte druk verder boren en daarbij steeds weer het watertoevoerventiel kort
indrukken.
De kop met tussenpozen ontlasten en iets teruggaan (oscillerende beweging) om het
boorsel weg te spoelen.
Bij overgang van de te boren tegels resp. te boren natuursteen naar de eronder gelegen
steenlaag moet met constante spoeling worden gewerkt om de boor met zo min mogelijk
boorsel te belasten!
NEDERLANDS
31