OBJ_BUCH-815-002.book Page 36 Tuesday, March 13, 2012 2:43 PM
36 | Nederlands
Waterpasnauwkeurigheid
Nauwkeurigheidsinvloeden
De grootste invloed oefent de omgevingstemperatuur uit.
Vooral vanaf de grond naar boven toe verlopende tempera-
tuurverschillen kunnen de laserstraal afbuigen.
Omdat de temperatuurverschillen in de buurt van de grond of
vloer het grootst zijn, dient u het meetgereedschap indien
mogelijk op een in de handel verkrijgbaar statief te monteren
en het in het midden van het werkoppervlak op te stellen.
Behalve externe invloeden, kunnen ook apparaatspecifieke
invloeden (zoals een val of een hevige schok) tot afwijkingen
leden. Controleer daarom altijd voor het begin van de werk-
zaamheden de nauwkeurigheid van het meetgereedschap.
Als het meetgereedschap bij een van de controles de maxima-
le afwijking overschrijdt, dient u het door een Bosch-klanten-
service te laten repareren.
Als de waterpasnauwkeurigheid van de horizontale laserstra-
len voor de breedte- en lengteas binnen de maximaal toege-
stane afwijking ligt, is daarmee ook de waterpasnauwkeurig-
heid van de loodstralen (verticale as) gecontroleerd.
Horizontale waterpasnauwkeurigheid van de breedteas
controleren
Voor de controle heeft u een vrij meettraject van 20 meter op
een stabiele ondergrond vóór een muur nodig.
– Monteer het meetgereedschap op 20 meter afstand van de
muur op de houder resp. een statief of plaats het op een
stabiele en vlakke ondergrond. Schakel het meetgereed-
schap in.
2 0
m
– Richt een van de beide zijwaartse laserstralen die langs de
breedteas van het meetgereedschap verlopen op de muur.
Laat het meetgereedschap waterpassen. Markeer het mid-
den van de punt van de laserstraal op de muur (punt I).
1 609 929 S07 | (13.3.12)
d
– Draai het meetgereedschap ca. 180° zonder de hoogte te
veranderen. Laat het waterpassen en markeer het midden
van de punt van de andere zijwaartse laserstraal op de
muur (punt II). Let erop dat punt II zoveel mogelijk recht
boven of recht onder punt I ligt.
– Het verschil d tussen beide gemarkeerde punten I en II op
de muur levert de feitelijke hoogteafwijking van het meet-
gereedschap op.
Op het meettraject van 2 x 20 = 40 m bedraagt de maximaal
toegestane afwijking:
40 m x ±0,3 mm/m = ±12 mm.
Het verschil d tussen de punten I en II mag daarom hoogstens
12 mm bedragen.
Horizontale waterpasnauwkeurigheid van de lengteas
controleren
Voor de controle heeft u een vrij meettraject van 20 meter op
een vaste ondergrond tussen twee muren A en B nodig.
– Monteer het meetgereedschap dicht bij muur A op de hou-
der resp. een statief of plaats het op een stabiele en vlakke
ondergrond. Schakel het meetgereedschap in.
A
20 m
– Richt de horizontale laserstraal, die parallel aan de leng-
teas van het meetgereedschap verloopt, op de nabijgele-
gen muur A. Laat het meetgereedschap waterpassen. Mar-
keer het midden van de punt van de laserstraal op de muur
(punt I).
180˚
B
Bosch Power Tools