•
Probeer een geblokkeerd slangetje nooit te
vullen of vrij te maken terwijl de infusieset is
ingebracht. De toediening van de medicatie
is hierdoor mogelijk niet meer betrouwbaar.
•
Was uw handen voordat u de infusieset
loskoppelt en weer aansluit. Vraag uw
zorgverlener hoe u de gemiste medicatie
kunt compenseren als de infusieset tijdelijk
is losgekoppeld.
•
Bescherm AutoSoft 30 tegen direct zonlicht
en een hoge luchtvochtigheid. Bewaar de
infusieset droog en bij kamertemperatuur.
•
Richt een inbrenghulp die op spanning
is gezet nooit op een lichaamsdeel waar
inbrengen niet gewenst is.
•
Hergebruik van de infusieset kan leiden
tot infectie, irritatie van de inbrengplaats of
beschadiging van de canule/naald. Als de
canule/naald beschadigd is, is de toediening
van de medicatie mogelijk niet meer
betrouwbaar.
AANBEVELINGEN
•
Voor gebruik met insuline: Controleer uw
bloedglucosewaarde 1 tot 2 uur na het
inbrengen om na te gaan of de infusieset
correct is ingebracht en de toevoer in orde is.
•
Controleer de inbrengplaats meerdere
malen per dag.
•
Verwissel de infusieset niet vlak voor
bedtijd, tenzij u de bloedglucosewaarde 1
tot 2 uur na het inbrengen kunt controleren.
•
Als uw bloedglucosewaarde onverklaarbaar
hoog wordt of zich een occlusiealarm
voordoet, controleert u dan de infusieset op
verstoppingen en lekken. Plaats bij twijfel
een nieuwe infusieset.
•
Houd uw bloedglucosewaarde nauwkeurig
in de gaten als de infusieset is losgekoppeld
en nadat deze weer is aangesloten.
NEDERLANDS
25