NEDERLANDS
Voorbereiding en
inbrengen
Lees vóór het gebruik van AutoSoft 30
eerst zorgvuldig alle instructies. Raadpleeg
de instructies van de fabrikant van uw
insulinepomp voordat u AutoSoft 30 op uw
pomp aansluit. Zorg dat u hygiënisch te werk
gaat. Zie ook de bijbehorende afbeeldingen op
pagina 80-82.
INHOUD
A. Deksel
B. Naaldbeschermer
C. Zachte canule
D. Pleister
E. Canulebehuizing
F. Connector
G. Slang
H. Inbrengnaald
I.
Inbrenghulp
J. Steriel papier
K. Inkepingen met streepjes–houd hier vast bij
aanspannen van AutoSoft 30 (zie afbeelding
7)
26
L. Inbrengknoppen – druk hier als u AutoSoft
30 inbrengt (zie afbeelding 9)
M. Afsluiter voor bij loskoppelen
N. Rond beschermkapje
INSTRUCTIES
1. Was uw handen voorafgaand aan het
inbrengen van AutoSoft 30.
2. Aanbevolen inbrengplaatsen: Kies een
inbrengplaats die niet direct naast de
vorige inbrengplaats ligt. Overleg met
uw zorgverlener over het afwisselen van
inbrengplaatsen.
3. Reinig de inbrengplaats met een
desinfectiemiddel zoals voorgeschreven
door uw zorgverlener. Zorg dat de plaats
droog is voordat u de AutoSoft 30 inbrengt.
OPGELET: Controleer de verzegeling en
het steriele papier. Gebruik de infusieset
niet als het steriele papier of de verzegeling
beschadigd is.
4. Trek aan de rode tape om de verzegeling te
verwijderen.
5. Verwijder het steriele papier. Raak in dit
stadium de veer niet aan.
6. Houd de gestreepte inkepingen vast met de
ene hand en trek met de andere hand het
deksel eraf.
OPGELET: Voorkom dat u de inbrengnaald
van de AutoSoft 30 verbuigt of aanraakt.
BELANGRIJK: Als de infusieset niet stevig
in de inbrenghulp is geplaatst met de naald
precies recht, bestaat kans op pijn of lichte
verwondingen bij het inbrengen.
7. Plaats uw vingers op de gestreepte
inkepingen aan beide kanten. Trek de veer
voorzichtig terug totdat u een klik hoort. De
naaldbeschermer komt omhoog of los. Raak de
naald niet aan en voorkom dat deze verbuigt.
8. Verwijder vóór het inbrengen voorzichtig de
naaldbeschermer. Voorkom dat de pleister
aan de inbrengnaald blijft plakken.
9. Inbrengen: Plaats uw wijsvinger op de
bovenste en uw duim op de onderste
inbrengknop. Plaats AutoSoft 30 met
de pootjes plat op de huid voor een
inbrenghoek van 30°. Houd een hoek van
30° tijdens het inbrengen en knijp eenmaal
zacht om AutoSoft 30 in te brengen.
10. Zorgen dat de canule op zijn plek blijft: Plaats
uw vinger voorzichtig op het kijkglas terwijl u
de inbrenghulp en de inbrengnaald verwijdert.