NEDERLANDS
Gebruiksaanwijzing
De AutoSoft 30-infusieset is geïndiceerd voor
het onderhuids inspuiten van insuline met
behulp van een externe pomp.
OMSCHRIJVING
AutoSoft 30 is een infusieset met geïntegreerde
inbrenghulp voor toediening onder een schuine
hoek. Dankzij de geïntegreerde pootjes
kan deze infusieset onder een hoek van 30
graden worden ingebracht. Dit product is
direct gebruiksklaar. De inbrenghulp en de
afzonderlijke slang zijn steriel.
CONTRA-INDICATIES
AutoSoft 30 is niet bedoeld of geïndiceerd
voor gebruik met bloed, bloedproducten of
intraveneuze infusie.
WAARSCHUWINGEN
•
Gebruik AutoSoft 30-infusiesets met
t:lock™-slangconnectors alleen in
combinatie met Tandem-ampullen met
t:lock-connector.
•
AutoSoft 30 is alleen steriel en pyrogeenvrij
als de verpakking ongeopend en
24
onbeschadigd is. Gebruik de infusieset niet
als het steriele papier of de rode verzegeling
beschadigd is.
•
Neem de gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door voordat u AutoSoft 30 inbrengt. Het
niet opvolgen van de instructies kan pijn of
letsel tot gevolg hebben.
•
Zorg dat er een zorgverlener bij is als u
AutoSoft 30 voor het eerst gebruikt. Zorg er
indien mogelijk voor dat u recht staat of zit
op het moment dat u AutoSoft 30 gebruikt.
•
Voorkom dat de connector of slang in
aanraking komt met parfum, deodorant,
cosmetica of andere producten die
desinfectiemiddelen bevatten. Deze
producten kunnen de werking van de
infusieset negatief beïnvloeden.
•
AutoSoft 30 is bedoeld voor eenmalig
gebruik. Probeer de infusieset niet te
reinigen of opnieuw te steriliseren.
•
Doe het deksel terug op de inbrenghulp
zodat u deze veilig kunt weggooien.
Vraag bij uw plaatselijke apotheek om een
naaldenemmer.
•
Verwijder de naaldbeschermer vóór gebruik.
•
Voorkom dat er luchtbellen in de slang
komen bij het vullen.
•
Het onjuist inbrengen of niet goed verzorgen
van de inbrengplaats kan leiden tot onjuiste
toediening van de insuline, infecties en/of
irritatie van de inbrengplaats.
•
Verwissel de infusieset elke 48 tot 72 uur, of
zo vaak als uw zorgverlener nodig acht.
•
Als de zachte canule knikt tijdens het
inbrengen, plaats dan een nieuwe AutoSoft 30.
•
Vervang de infusieset als de pleister
loskomt.
•
Controleer de infusieset regelmatig om na
te gaan of de zachte canule nog op zijn
plek zit. Is dat niet het geval, dan plaatst u
een nieuwe set. Omdat de canule zacht is,
ontstaan geen pijnklachten als deze eruit
glipt. Dit kan dan ook ongemerkt gebeuren.
De zachte canule moet altijd volledig zijn
ingebracht om de volledige hoeveelheid
medicatie te kunnen toedienen.
•
Bij roodheid of andere tekenen van irritatie
bij de inbrengplaats vervangt u de infusieset
en gebruikt u een nieuwe inbrengplaats tot
de oorspronkelijke inbrengplaats is hersteld.
•
Plaats de inbrengnaald niet terug in de
infusieset. Hierdoor kan de zachte canule
scheuren en is de toediening van de
medicatie niet meer betrouwbaar.