4 Veiligheidsinstructies
kunnen veiligheidsvoorzieningen buiten werk‐
ing worden gezet. Personen kunnen ernstig of
dodelijk letsel oplopen.
► Werk met een onbeschadigde grasmaaier.
► Als de grasmaaier vuil is: reinig de gras‐
maaier.
► Breng geen wijzigingen aan de grasmaaier
aan.
► Als de bedieningsorganen niet werken: niet
met de grasmaaier werken.
► Als er wordt gemaaid en het gemaaide gras
in de grasopvangbox moet worden opgevan‐
gen: haak de grasopvangbox vast zoals in
deze gebruiksaanwijzing beschreven staat.
► Monteer originele STIHL accessoires voor
deze grasmaaier.
► Monteer het mes zoals in deze gebruiksaan‐
wijzing beschreven staat.
► Monteer accessoires zoals in deze gebruiks‐
aanwijzing of in de gebruiksaanwijzing van
het accessoire beschreven staat.
► Steek geen voorwerpen in de openingen van
de grasmaaier.
► Verbind contacten van de sleutelhouder niet
met metalen voorwerpen en maak geen kort‐
sluiting.
► Vervang versleten of beschadigde waarschu‐
wingsstickers.
► Als er onduidelijkheid bestaat: neem contact
op met een STIHL vakhandelaar.
4.6.2
Messen
De messen verkeren in een veilige toestand, als
aan de volgende voorwaarden is voldaan:
– De messen en de aanbouwdelen zijn onbe‐
schadigd.
– De messen zijn niet vervormd.
– De messen zijn correct gemonteerd.
– De messen staan onder een hoek van 90° ten
opzichte van elkaar,
– De messen zijn correct geslepen.
– De messen vertonen geen bramen.
– De messen zijn correct uitgebalanceerd.
– De minimumdikte en de minimumbreedte van
de messen zijn niet onderschreden,
– De slijphoek is aangehouden,
WAARSCHUWING
■ Als de messen niet in een veilige toestand ver‐
keren, kunnen delen van de messen losraken
en weggeslingerd worden. Personen kunnen
ernstig letsel oplopen
► Werk met onbeschadigde messen en onbe‐
schadigde aanbouwdelen.
► Monteer messen op de juiste manier.
► Slijp messen op de juiste manier.
0478-131-9938-C.VA2.M20.
11.3.
20.2.
20.2.
► Als de minimumdikte of de minimumbreedte
is onderschreden: mes vervangen.
► Laat messen door een STIHL vakhandelaar
uitbalanceren.
► Als er onduidelijkheid bestaat: neem contact
op met een STIHL vakhandelaar.
4.7
Werken
WAARSCHUWING
■ De gebruiker kan in bepaalde omstandighe‐
den niet meer geconcentreerd werken. De
gebruiker kan struikelen, vallen en ernstig let‐
sel oplopen.
► Werk rustig en doordacht.
► Als de lichtomstandigheden en het zicht
slecht zijn: niet met de grasmaaier werken.
► Bedien de grasmaaier alléén.
► Pas op voor obstakels.
► Kantel de grasmaaier niet.
► Werk rechtop staand op de grond en zorg
voor goed evenwicht.
► Als er vermoeidheidsverschijnselen optre‐
den: las een pauze in.
► Als op een helling wordt gemaaid: maai
dwars op de helling.
► Maai niet op steile hellingen.
■ De gebruiker kan zich aan draaiende messen
snijden. De gebruiker kan ernstig letsel oplo‐
pen.
► Raak draaiende messen niet aan.
► Als de messen door een voorwerp
geblokkeerd zijn: Schakel de gras‐
maaier uit, trek de veiligheidssleutel
los en neem de accu eruit. Verwijder
pas hierna het voorwerp.
■ Als tijdens het werken zonder wielaandrijving
wordt gewerkt, kan de wielaandrijving onbe‐
doeld worden ingeschakeld en zet de gras‐
maaier zich in beweging. Personen kunnen
ernstig letsel oplopen en er kan materiële
schade ontstaan.
► Bedien de schakelbeugel voor wielaandrij‐
ving alleen wanneer de wielaandrijving moet
worden ingeschakeld.
■ Als de grasmaaier anders gaat werken of zich
ongewoon gedraagt, verkeert de grasmaaier
mogelijk in een niet-veilige toestand. Personen
kunnen ernstig letsel oplopen en er kan mate‐
riële schade ontstaan.
► Beëindig de werkzaamheden, trek de veilig‐
heidssleutel los, neem de accu eruit en
neem contact op met een STIHL vakhande‐
laar.
■ Tijdens het werken kunnen op de grasmaaier
vibraties ontstaan.
Nederlands
213