CSNET WEB
Installatie- en
bedieningshandleiding
6. De software configureren
Wanneer u de CSNET WEB-interface hebt geconfigureerd, dient
u de systeemconfiguratie uit te voeren.
Start de CSNET WEB-toepassing via de directe toegang op uw
PC. Als u de toepassing niet hebt geïnstalleerd op uw PC, of als
u de netwerkconfiguratie van het systeem tijdelijk moet wijzigen,
gaat u te werk zoals uitgelegd in hoofdstuk 5.
Let op:
Denkt u er aan dat als u de CSNET WEB wilt openen via
directe toegang, u de computer moet aansluiten op het
Ethernet-netwerk dat is aangesloten op de CSNET WEB-
interface.
Wanneer u op de directe toegang klikt, verschijnen de gegevens
die u dient in te voeren op het scherm:
Gebruikers-ID: id van het gebruikerstype dat de
verbinding maakt met de CSNET WEB
Er zijn twee soorten gebruikers:
Installer: heeft toegang tot alle opties.
Wij raden aan om alleen bevoegde personen en
personen met kennis van het programma toegang te
verlenen tot deze optie.
User: heeft alleen toegang tot de "Instelling" en kan de
pagina "Klok" openen
Opmerking:
De id moet precies als aangegeven worden ingevoerd en
is hoofdlettergevoelig
Typ Installer in wanneer u de toepassing voor de eerste keer
opent
Passwoord:
Het standaardwachtwoord voor de Installer-
gebruikersnaam is: Installer
Het standaardwachtwoord voor de User-gebruikersnaam
is: User
Installatie:
Kies de installatie die u wilt aansluiten. Dit moet standaard
een installatie zijn met de naam Default
Voer de IP in van de CSNET WEB waarmee u verbinding
wilt maken.
Opmerking:
U kunt installaties maken met behulp van Lokale
computerconfiguratie.
Pagina 122
PMML0163A-rev.0 - 03/2008