Elektriciteitswerken; Thermische Isolatie - Toshiba MML-AP0074NH-E Manual De Instalación

VEREISTE
Als u de moer aandraait met een excessief moment kan
die barsten afhankelijk van de installatieomstandigheden.
Draai de moer niet harder aan dan met het
voorgeschreven aandraaimoment.
Leidingen voor de buitenunit
• De vorm van de afsluitklep verschilt per buitenunit.
Meer informatie over de installatie vindt u in de
installatiehandleiding van de buitenunit.
Luchtdichtheidstest/luchtafl aat, enz.
Voor luchtdichtheidstest, luchtafl aat, toevoeging van
koelmiddel en gaslekcontrole moet u de
installatiehandleiding raadplegen die bij de buitenunit is
geleverd.
VEREISTE
Gebruik uitsluitend een lekdetector voor HFC koelmiddel
(R410A, R134a, enz.).
Open de afsluitkleppen van de
buitenunit volledig

Thermische isolatie

Breng zowel op de gas- als de vloeistofl eidingen
thermische isolatie aan. Aangezien zowel de vloeistof-
als de gasleidingen tijdens het koelbedrijf koud
worden, moet er voldoende thermische isolatie worden
aangebracht om condensatie te voorkomen.
• Gebruik thermische isolatie voor de gasleiding die
bestand is tegen een hitte van 120 °C of meer.
• De leidingaansluitsectie van de binnenunit moet veilig
en stevig tegen warmte worden geïsoleerd met de
bijgevoegde thermische isolatie.
25
25
16-NL
Binnenunit
Samenbindband (bijgevoegd)
Wikkel de buis in de bijgevoegde
warmte-isolator zonder opening
tussen de binneneenheid.
Thermische isolatie (bijgevoegd)
Samenbindband (bijgevoegd)
Warmte-isolator van de buis aan
lokale zijde
Bevestigen met vinyltape
8

ELEKTRICITEITSWERKEN

WAARSCHUWING
1. Zorg ervoor dat u de aangeduide kabels
zorgvuldig verbindt en vastzet als u ze gebruikt,
zodat de externe spanning op de kabels de
verbinding van de aansluitingen niet belast.
Slechte aansluiting of bevestiging kan brand enz.
veroorzaken.
2. Zorg ervoor dat de aardingsdraad is aangesloten.
(aarding)
Onvolledige aarding kan elektrische schokken
veroorzaken.
Sluit geen aardingsdraden aan op een gas-of
waterleiding, een bliksemafl eider of de
aardingsdraad van het telefoonnet.
3. Het toestel moet worden geïnstalleerd volgens
de nationaal geldende bedradingsvoorschriften.
Een stroomkring met onvoldoende capaciteit of
slechte installatie kan elektrische schokken of brand
veroorzaken.
• Bij slechte of onvolledige bedrading zal er een
elektrische brand of rook ontstaan.
• Installeer altijd een aardlekschakelaar die niet
geactiveerd wordt door piekspanningen.
Als er geen aardlekschakelaar is geïnstalleerd,
kunnen elektrische schokken ontstaan.
• Gebruik altijd de meegeleverde snoerklemmen.
• Beschadig of bekras de geleidende ader en
de inwendige isolatie van de voedings- en
besturingskabels niet bij het strippen ervan.
• Gebruik een netsnoer en verbindingskabel met de
voorgeschreven diameter, van het voorgeschreven
type en met de voorgeschreven beveiligingen.
• Sluit de voedingskabel (208–240V) nooit aan op de
klemblokken (
regelbedrading.
(Anders werkt het systeem niet.)
VEREISTE
• Volg bij het bekabelen van de stroomtoevoer altijd de
lokale voorschriften van het land.
• Volg bij het bekabelen van de stroomtoevoer van
de buitenunits de Installatiehandleiding van elke
buitenunit.
• Leid de bedrading zodanig om dat deze niet in
contact komt met de hete leiding.
Daardoor kan de beschermde laag smelten en
kunnen er ongelukken gebeuren.
• Plaats een stoomafsluiter nadat u de kabels hebt
aangesloten op de aansluitingsblokken en maak de
kabels vast met de snoerklem.
• Installeer de koelmiddelleidingen en de
besturingskabels in dezelfde montagegoot.
• Schakel de stroom van de binnenunit pas in nadat de
koelmiddelleidingen volledig vacuüm zijn gezogen.
–196–
Installation Manual
LET OP
, , , , enz.) voor de