MECHANISCHE EINDSLAGEN INSTELLEN
Mechanische eindslagen instellen
Let op! Op de volgende pagina's 5-6 wordt de procedure voor het
instellen van de eindslagen beschreven.
Door de eindslagen in te stellen bepaalt u de stopstand van de deur in
de hoge/lage stand.
Ten behoeve van de instelling moet de motor elektrisch aangesloten
zijn.
De kaart van de eindslag (afb.11 - kaart eindslag met 8 nokken) is toe-
gankelijk zodra u de afdekking demonteert.
U kunt de deur met de behulp van de ingebouwde knoppen OPEN,
DICHT en STOP van de bedieningscentrale in de functioneringswijze
persoon aanwezig aansturen als u nog geen uitwendige bedieningen
aangesloten heeft.
Met een druk op de knop OPEN moet de deur geopend worden. Draai
de fases L1 en L2 in de bedieningscentrale om nadat u de stroom ver-
wijderd heeft als dit niet het geval is.
Als de reductiemotor 180° gedraaid (ondersteboven) gemonteerd is,
dan moet de deur tevens met een druk op de geïntegreerde knop
OPEN geopend worden. Draai de fases L1 en L2 om nadat u spanning
verwijderd heeft als dit niet het geval is.
Rectificeer bovendien de twee eindslagen voor de noodstop op dusda-
nige wijze dat ze na de slag geactiveerd worden.
De onderste stand van de deur bepalen
Voer de volgende handelingen uit om de eindslagen voor de onderste
stand van de deur in te stellen (afb. 11):
Configuratie kabels van de motor
Mechanische eindslagen
Bedieningscentrale
2 X
J -
1 1
U /
2 X
J -
1 1
V /
2 X
J -
1 1
W /
2 X
J -
0 1
X7 - J29
X7 - J34/B
X7 - J35/-
X7 - J34/A
X7 - J29
X7 - J35/+
Mechanische eindslagen instellen
11
Motoren met grote afmetingen -
7 contact nokken
7 wit Extra eindslag 2 SLUITEN
6 groen Extra eindslag 2 OPENEN
5 wit Extra eindslag 1 SLUITEN
4 rood Veiligheidsaanslag SLUITEN
3 wit Eindslag SLUITEN
2 rood Veiligheidsaanslag OPENING
1 groen Eindslag OPENEN
B
A
Draad
M
t o
r o
1
U
2
V
3
W
Geleiderbrug
-
AMP-stekker
Grijs
AMP-stekker
Groen
AMP-stekker
Wit
AMP-stekker
Roze
AMP-stekker
Geel
AMP-stekker
Bruin
}
Optioneel
Zet de deur in de gewenste positie SLUITING.
Stel de nok in 3 Ei (wit) op dergelijke wijze dat de eindslag geactive-
erd wordt.
Draai de schroef aan LET.
Draai voor de fijnafstelling aan de schroef B.
Zet de deur in de gewenste positie OPENING.
Stel de nok in 1 Eh (groen) op dergelijke wijze dat de eindslag geacti-
veerd wordt.
Draai de schroef aan LET.
Draai voor de fijnafstelling aan de schroef B .
De veiligheidsaanslagen 2 SEi en 4 SEh (rood) moet u op dergelijke
wijze instellen dat ze onmiddellijk na het onderschrijden van de eindslag
geactiveerd worden.
De veiligheidsaanslagen 2 SEi en 4 SEh (rood) worden in de fabriek
op dusdanige wijze afgesteld dat ze eindslag op korte afstand volgen.
Controleer na de test of de schroeven correct geplaatst zijn.
De extra eindslagen 8 P2i en 7 P2h zijn maakcontacten met nulpoten-
tiaal, terwijl de extra eindslagen 6 P1i en 5 P1h wisselcontacten met
nulpotentiaal zijn.
In de automatische functioneringswijze de eindslag 6 wordt gebru-
ikt als een voor-eindslag. Deze moet derhalve op dusdanige wijze inge-
steld worden dat hij geactiveerd wordt, wanneer de deur een afstand
van 5 cm boven de grond bereikt.
In de functioneringswijze persoon aanwezig hoeft hij niet te worden
ingesteld en moet hij als contact met nulpotentiaal gebruikt worden!
Mechanische eindslagen
10
Types met kleine afmetingen Types met grote
afmetingen
Mechanische eindslagen instellen
Motoren met kleine afmetingen -
8 contact nokken
8 wit Extra eindslag 2 SLUITEN
7 groen Extra eindslag 2 OPENEN
6 wit Extra eindslag 1 SLUITEN
5 groen Extra eindslag 1 OPENEN
4 rood Veiligheidsaanslag SLUITEN
3 wit Eindslag SLUITEN
2 rood Veiligheidsaanslag OPENEN
1 groen Eindslag OPENEN
}
Optioneel
Nederlands – 5