Aansluiting op de centrale vergrendeling
Bij alle overige elektrisch gestuurde centrale vergrendelingen moet
eerst de werking worden bepaald. Daarvoor het liefst de originele
aansluitschema's, die werden geleverd door de dealer-garage van het
voertuig, gebruiken.
Indien geen originele aansluitschema's beschikbaar zijn, moet de functie
van de stuurleidingen, die van de besturingseenheid van de centrale
vergrendeling naar de voertuigdeur lopen, worden gemeten.
N.B. !! De aansluiting mag alleen via de stuurleidingen van de
centrale vergrendeling en niet via andere leidingen geschieden.
De aansluiting op andere leidingen dan de stuurleidingen of het
gebruik van een foutief aansluitschema bij het aansluiten kan tot
een defect aan de centrale vergrendeling en de afstandsbediening
leiden.
Controleer, hoe de centrale vergrendeling van uw voertuig
functioneert.
Sluit de centrale vergrendeling met behulp van de aansluitschema's
(zie ✎ K ➀ – ➇) aan.
Bij sommige voertuigen, b.v. Mercedes, kan het voorkomen, dat de
aanstuurtijd van 0,6 sec. niet voldoende is, om de centrale vergrendeling
compleet te activeren.
In dergelijke gevallen de aanstuurtijd met de DIP-schakelaar 1
(zie ✎ L ➀) op 3,5 sec. instellen.
Normaal is de keuzeschakelaar 1 op 0,6 sec. ingesteld.
De aansluiting van het deurcontact voor automatisch opnieuw sluiten is
voor voertuigen met op (-) minus aangesloten deurcontacten en voor
voertuigen met op + 12 volt aangesloten deurcontacten geschikt.
Bij op (-) minus aangesloten deurcontacten de gele kabel op de
schakelleiding klemmen. Indien deze functie niet gewenst is, dient de
gele kabel op massa aangesloten worden.
Bij op + 12 volt aangesloten deurcontacten de groene kabel op de
schakelleiding aansluiten (zie ✎ J ➃). Indien deze functie niet gewenst is,
wordt de groene kabel niet aangesloten maar geïsoleerd.
118
Raccordement sur le verrouillage centralisé
Attention ! Tout raccordement des deux lignes (lignes verte et
jaune) est interdit.
Toujours isoler toutes les autres lignes non utilisées.
Schéma électrique n° 1 (voir ✎ K ➀)
Attention ! Ce schéma électrique n'est valable que pour les
véhicules sans servomoteur dans la porte du conducteur voire
pour verrouillage centralisé à vide sans ligne de commande
électrique.
Schéma électrique n° 2 deux lignes pilotant de moins sur +12 V
(voir ✎ K ➁)
Schéma électrique n° 3 deux lignes +12 V pilotant par impulsion
(voir ✎ K ➂)
Schéma électrique n° 4 deux lignes pilotant par impulsion
négative (voir ✎ K ➃)
Schéma électrique n° 5 une ligne d'ouverture (de repos) et
pilotant par impulsion négative
(voir K ➄)
Schéma électrique n° 6 une ligne de +12 V et à pilotage par
impulsion négative
(voir ✎ K ➅)
Schéma électrique n° 7 pour le raccordement sur le verrouillage
centralisé WAECO, type ML-44(22) IR (voir ✎ K ➆)
Important ! Lors de la "fermeture" au moyen de la télécommande,
vérifier si les lampes de clignotant clignotent 1 fois. Si elles
clignotent 2 fois, inverser les bornes du câble bleu/rouge et du
câble noir et celles du câble gris/rouge et du câble rouge de
l'organe de commande.
Schéma électrique n° 8 pour le raccordement sur le verrouillage
centralisé WAECO, type ML-44(22) (voir ✎ K ➇)
Important ! Lors de la "fermeture" avec la télécommande, vérifier
si les lampes de clignotant clignotent 1 fois. Si elles clignotent 2 fois,
inverser les bornes du câble gris/rouge sur la broche 5 et du câble
bleu/rouge sur la broche 10 de l'organe de commande.
83
Capítulos
