* 3 : Toets voor het aflezen van de parameters.
Door deze toets in te drukken worden op het display (D1) de
werkelijke waarde van de lasstroom (
waarde van de lasspanning (
* 4 : Toets voor de keuze van de hoofdparameter.
- draadsnelheid
- stroom
- dikte
* 5 : Potentiometer.
Voor de afstelling van de Arc-Force in MMA en van de las-
spanning in MIG/MAG (als er in de handmatige modaliteit
gewerkt wordt, varieert de absolute waarde van de spanning,
als er in de synergetische modaliteit gewerkt wordt, wordt er
een correctie uitgevoerd op de synergetische kromme gebruikt
van -9.8Volt (-) tot +10Volt (+) met aangeraden waarde in (0)).
* Display D1.
Weergave van cijfers, gegevens.
* E1: Codeerorgaan
Gebruikt in combinatie met de toets SETUP/parameters (6)
worden hiermee de in de grafiek (7) geselecteerde en op het
display (D1) weergeven lasparameters gewijzigd.
* 6: Toets SETUP/parameters.
Voor de toegang tot de SETUP en tot de waarden van de
lasparameters.
Als deze toets binnen 3 seconden nadat de led dooft inge-
drukt wordt (zie "Werking") of door de toets (6) enige secon-
den lang ingedrukt te houden verkrijgt u toegang tot de vol-
gende parameters:
0
Setup afsluiten
3
Hot-start in MMA
4
Arc-force in MMA
9
Reset van alle parameters
14
Gasnastroomtijd in MIG (0-10s default 25)
15
% aanvankelijke toename in de modaliteit crater filler
16
% crater filler van de ingestelde draadsnelheid
17
Activering (1) hotstart MIG met roestvast staal
18
Burnback tijd
19
% softstart
20
21
Correctie of instelling minimum stroom in MIG short
22
Keuzeschakelaar tussen externe ref. van FP (1) en WF
(0, default).
In het eerste geval moet de klant voor de bedrading
zorgen
23
Lastijd in MIG. Indien op 0 gezet (default) doet de
machine de 2 tijden gewoon
24
Activering arc-air procedure ter vervanging van TIG
25
Controle WU: default op 0 (WU uit in TIG en tijdge-
stuurd in MIG); instelling op 1 (WU tijdgestuurd in TIG
en altijd aan in MIG)
40
Toont de software versie van de 149 (Logica van de
machine)
41
Toont de software versie van de 147 (karretje WF104)
Inductantie in MIG.
Op het display verschijnt een waarde van 12 (minimale
inductantie, meer reactie vertonende boog) tot 100 (maxima-
le inductantie, zachtere boog).
Correctie van de frequentie in pulserend MIG.
Voor de keuze met E1 van het gewenste lasprogramma.
) en de werkelijke
) weergegeven.
Short-Spray
Materiaal
Gas
0.8
Fe
100%CO2
S.01
Fe
80%Ar-20%CO2
S.05
Ss
98%Ar-2%CO2
S.09
Al
100%Ar
/
AlSi
100%Ar
S.17
AlMg
100%Ar
S.21
CuAl
100%Ar
S.25
CuSi
100%Ar
/
MCWFe
80%Ar-20%CO2
/
BFCWFe
80%Ar-20%CO2
/
RFCWFe
80%Ar-20%CO2
/
FCWSs
80%Ar-20%CO2
/
Als het programma niet beschikbaar is dan wordt de pro-
grammacode niet op D1 getoond.
In de grafiek (8) op het voorpaneel wordt deze tabel beknopt
weergegeven.
Aantekeningen:
Fe
koolstofstaal
Ss
roestvast staal
Al
Zuivere aluminium
AlSi
Siliciumaluminium (5%)
AlMg
Magnesiumaluminium (5%)
CuAl
Aluminiumkoper (8%)
CuSi
Siliciumkoper (3%)
MCWFe
Metalen gevulde lasdraad
BFCWFe Basische gevulde lasdraad
RFCWFe Gevulde rutiellasdraad
FCWSs
Gevulde lasdraad voor roestvast staal
Lasstroom in MMA.
Hot-Start:
Percentage toename ten opzichte van de lasstroom bij
de ontsteking van de boog. Vergemakkelijkt de start.
De led naast het symbool gaat branden ter bevestiging van de keuze.
Werking:
De machine slaat de laatste lasstaat op in het
geheugen en begint hier weer mee wanneer hij
weer aangezet wordt.
* Zet de aan-schakelaar (I1) op "l"; het controlelampje voor de
aanwezigheid van de spanning (L1) (groene led) gaat branden
ter bevestiging dat de installatie onder stroom staat.
* Op het display (D1) wordt de software versie voor het beheer van het
bedieningspaneel (bijv. 3.9) gedurende drie seconden weergegeven
en vervolgens de nominale stroom van de generator; dan is het vol-
gende mogelijk:
-de SETUP modaliteit betreden door de toets SETUP/ parameters (6)
in te drukken;
- of overgaan tot het lassen (of tot het wijzigen van de parameters).
* Als u gekozen heeft de SETUP modaliteit te betreden, dan
wordt dat bevestigd door een "0" midden op het display (D1).
- Draai het codeerorgaan (E1), op het display (D1) verschijnen
(in volgorde) de nummers overeenkomstig de parameters (zie
toets SETUP/parameters); stop op de gewenste parameter en
druk op de toets SETUP/parameters (6).
Met de parameter (9) van de SETUP worden alle in de SETUP
aangebrachte wijzigingen gewist en keert u terug naar de
door SELCO ingestelde standaard waarden.
- Het nummer op het display (D1) wordt vervangen door de
waarde van de parameter die u door middel van de poten-
tiometer (E1) kunt wijzigen.
* Als het nodig mocht zijn de waarden van de lasparameters
van de grafiek (7) te wijzigen:
- Drie seconden laten verlopen nadat de ledden op het
paneel gedoofd zijn.
Pulserend
Ø draad
Ø draad
1.0
1.2
1.6
0.8
1.0
1.2
S.02
S.03
S.04
/
/
/
S.06
S.07
S.08
P .05
P .06
P .07
S.10
S.11
S.12
P .09
P .10
P .11
S.14
S.15
S.16
/
P .14
P .15
S.18
S.19
S.20
P .17
P .18
P .19
S.22
S.23
S.24
P .21
P .22
P .23
S.26
S.27
S.28
P .25
P .26
P .27
S.30
/
/
/
P .30
/
/
S.35
S.36
/
/
P .35
/
S.39
S.40
/
/
P .39
/
S.43
S.44
/
/
P .43
/
S.47
S.48
/
/
P .47
1.6
/
P .08
P .12
P .16
P .20
P .24
P .28
/
P .36
P .40
P .44
P .48
67