Op deze manier wordt de aanzuigtijd
beperkt, en met name in het geval van
een grote aanzuighoogte;
• Gebruik minstens één aanzuigleiding
met een diameter die gelijk is aan de
diameter van de aanzuigopening van
de pomp. Gebruik in het geval van een
aanzuighoogte groter dan 4 m een
leiding met een grotere diameter;
• Om het ontstaan van draaikolken te
voorkomen, dient de aanzuigleiding
minstens 0,5 m in de te verpompen
vloeistof te zijn ondergedompeld (Af-
beelding 2, Afbeelding 3 H1>=0,5m);
• installeer een voetklep met filter aan
het uiteinde van de aanzuigleiding
(Afbeelding 2) of een terugslagklep op
de aanzuigopening voor de zelfaanzui-
gende pomp (Afbeelding 3)
• Ga na of de aanzuigleiding perfect is
afgedicht;
• Gebruik grote bochten in het aanzuig-
deel;
Ga in het geval van zelfaanzuigende pom-
pen na of de minimale hoogte H3 (tussen
het middelpunt van de aanzuigopening
en de terugslagklep) of H4 (tussen het
middelpunt van de aanzuigopening en
het eerste gebruikspunt) van de tabel 1
is nageleefd om de aanzuighoogte H2 te
waarborgen (Afbeelding 3).
ELEkTRISCHE AAN-
SLUITINg
WAARSCHUWINg:
• Ga na of de spanning en de frequen-
tie van het plaatje overeenstemmen
met de gegevens van de beschikbare
voeding.
• Verricht de elektrische aansluiting
conform de toepasselijke plaatselijke
wetgeving.
• Koppel de elektrische voeding af, al-
vorens werkzaamheden aan de pomp
te verrichten. Ga na of de elektrische
voeding niet ongewenst kan worden
hersteld.
• Bescherm de elektrische geleiders te-
gen hoge temperaturen, trillingen en
stoten die chemische of mechanische
schade kunnen veroorzaken.
• De voedingslijn moet zijn voorzien van
een beveiliging tegen kortsluiting, een
aardlekschakelaar RCD (lekstroombe-
veiliging) met een hoge gevoeligheid
(30mA) en een veilig rendement met
trage zekering of een magnetothermi-
sche schakelaar.
• De voedingslijn moet zijn voorzien van
een externe hoofdschakelaar met een
opening tussen de contacten die aan
de toepasselijke norm voldoen.
monofasige motoren
Monofasige motoren worden door een
thermische beveiliging in de omwikke-
ling tegen thermische overbelasting en
overstroom beschermd. De bescherming
van de motor wordt automatisch gereset
zodra de tijd is verstreken die nodig is om
de elektromotor te laten afkoelen. Zie de
"beknopte gids in het geval van storin-
gen".
Elektrische aansluiting
Het systeem is voorgeassembleerd op de
pomp. De stekker hoeft uitsluitend in het
stopcontact te worden gestoken.
De elektrische aansluitingen zijn verricht
volgens de schema's die zijn aangebracht
aan de binnenkant van het deksel van de
aansluitkast van de pomp en de drukre-
gelaar (zie Afbeelding 4)
NEDERLANDS
53