remmende hand om de positie van de handgreep te controleren en uw remmende hand voor de
remkant van de lijn. Zo hebt u extra zekerheid en kunt u de snelheid van het dalen nauwkeurig
controleren. Als u de handgreep te ver uittrekt tijdens het afdalen, zal het afdaalapparaat de PANIEK-
functie activeren en uw afdaling stoppen.
Als de remkant van de lijn stevig wordt vastgehouden met de remhand, wordt de PANIEK-functie niet
zo snel geactiveerd. Dit is de normale werking.
Om de PANIEK-positie te RESETTEN, moet de handgreep in dezelfde richting worden gedraaid (zie afb.
D). Hierdoor kunt u verder afdalen. Hoewel het geen vereiste is, kan een tweede karabijnhaak worden
gebruikt waardoor het systeem meer wordt afgeremd. In dat geval moet u zorgen dat deze karabijnhaak
weg van het bevestigingspunt van het hoofd-afdaalapparaat wordt aangebracht - zie afb. I.
[L] Werkpositionering.
Nadat u uw werkpositie hebt bereikt, moet u het afdaalapparaat vastzetten
op de lijn door de handgreep in de tegenovergestelde richting te beweging dan die u gebruikt voor het
afdalen 'DRUK OM TE PARKEREN'. Zodra u de PARKEER-positie hebt bereikt, kan de handgreep niet
verder worden bewogen in die richting (u moet een duidelijke 'klik' horen). Als u verder wilt afdalen
nadat u uw werkzaamheden hebt afgerond, trekt u de handgreep naar de GEREED-positie terwijl u de
remkant van de lijn vasthoudt. Om uw afdaling in te zetten blijft u de handgreep draaien.
[M] Klimmen:
Alshet afdaalapparaat in de GEREED-positie staat met gebruik van een handascender
(RP220), neemt u de extra lijn op als u opstaat. Zorg dat de extra lijn nooit tussen de handascender en
het afdaalapparaat komt.
Gebruik voor experts (voor getrainde gebruikers met de benodigde kennis en ervaring)
(1)
• Het is belangrijk dat de informatie uit de toelichting voor Uitzonderlijk gebruik volledig is begrepen
voor u deze gebruikt.
• Het beheersen/uitvoeren van deze technieken behoeft training
• Raadpleeg een professional voor uw eigen veiligheid voor u deze technieken uitprobeert.
[N] Opstelling voor redding / anker:
De handgreep van het afdaalapparaat moet in de PARKEER-
positie staan. Er dient een back-up aanwezig te zijn in de vorm van een passende knoop (bijv. een
platte knoop) en voldoende extra lijn zodat er ruimte is indien het systeem wordt overbelast. Bij een
reddingsoperatie: verwijder de knoop en begin uw afdaling.
Minimale slipbelasting bij benadering (voor het verminderen van impactkrachten):
D4 – 5kN*
D5 – 9kN*
*deze cijfers kunnen worden beïnvloed door de conditie en afmeting van de lijn.
Terwijl u de remkant van de lijn vasthoudt, beweegt u de handgreep in de GEREED-positie, draai
langzaam aan de handgreep zodat de lijn door het afdaalapparaat loopt. U kunt dit controleren door
uw grip op de remkant van de lijn aan te passen. Om de zelfremmende functie te activeren moet u de
handgreep loslaten. Indien het afdaalapparaat licht belast is en de PANIEK-functie te snel activeert,
gebruikt u de duimgrip op de kam. Hoewel het geen vereiste is, kan een tweede karabijnhaak worden
gebruikt waardoor het systeem meer wordt afgeremd. In dat geval moet u zorgen dat deze karabijnhaak
weg van het bevestigingspunt van het hoofd-afdaalapparaat wordt aangebracht - zie afb. I.
[O] Pick-off redding:
Het afdaalapparaat is goedgekeurd voor 240kg, waardoor verschillende
reddingsscenario's mogelijk zijn. Extra wrijving is mogelijk indien nodig, maar niet altijd noodzakelijk.
[P] Opnemen voortgang/horizontale lijnen/abseilen:
Het afdaalapparaat kan worden gebruikt om
de voortgang van een lijn op het ankerpunt van een horizontale lijn op te nemen. Als de handgreep in de
GEREED-positie staat, kan de lijn worden aangespannen met behulp van een spankatrol en een lijnklem
(RP209/RED) of handmatig tot de benodigde spanning is bereikt. Op dat moment moet de handgreep in
de PARKEER-positie worden gebracht. Er dient een back-up aanwezig te zijn in de vorm van een passende
knoop (bijv. een platte knoop) en voldoende extra lijn zodat er ruimte is indien het systeem wordt
overbelast. Bij een reddingsoperatie: verwijder de knoop en begin uw afdaling.
Minimale slipbelasting bij benadering (voor het verminderen van impactkrachten):
D4 – 5kN*
D5 – 9kN*
*deze cijfers kunnen worden beïnvloed door de conditie en afmeting van de lijn.
40
RP88X series: Issue A - Feb 2016