Wijzig de waarden Max, Min en Tarra met de pijlen en het cijfertoetsenbordje, selecteer
VORIG MENU en druk op ENTER:
Druk op START om de data op te slaan of op STOP om ze niet op te slaan.
FLESDRUK KALIBREREN
Demonteer de plastic bedekking achteraan om aan de koudemiddelfles in het toestel te
kunnen werken. Open het blauwe kraantje van de fles en het kraantje onder de hogedrukfilter
(3, afb.11). Draai langzaam de blauwe slang op de fles los om de druk in de transductor op 0
bar te brengen. Zet het toestel aan. In het MENU KALIBREREN:
FLESWEEGSCHAAL
FLESDRUK
FLESTEMPERATUUR
Selecteer FLESDRUK. De volgende pagina verschijnt:
NULPEIL
Maak de blauwe buis leeg
Niveaus
druk op START
Druk op Start om op NUL te zetten.
DE FLESTRANSDUCTOR KALIBREREN
OPM.: om de temperatuurvoeler van de fles te kalibreren hebt u een digitale thermometer
nodig. Controleer of de temperatuurvoeler van de fles losgemaakt is van de fles zodat de
voeler de omgevingstemperatuur kan meten.
Zet het toestel aan. In het MENU KALIBREREN:
FLESWEEGSCHAAL
FLESDRUK
FLESTEMPERATUUR
Selecteer FLESTEMPERATUUR. De volgende pagina verschijnt:
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Max
xxxxx g
Min
xxxxx g
Tarra
xxxxx g
VORIG MENU
GEGEVENS OPSLAAN:
druk op START.
Om te sluiten:
drukt u op STOP
xxxxx
FL.TEMP.
XX.X
°C
Start om te wijzigen
Stop om te sluiten
-285-