Machine Uitschakelen - EINHELL BT-ML 300 Manual De Instrucciones

Anleitung_BT_ML_300_SPK2__ 31.01.13 13:27 Seite 43

6.1.2 Machine uitschakelen

Om de machine uit te schakelen toerentalregelaar (1)
naar de "nulpositie" draaien.
Noodstopfunctie
Om de machine snel en gemakkelijk uit te schakelen,
b.v. in geval van nood, de noodstopschakelaar
indrukken (fig. 21, pos. 3). Teneinde de machine
opnieuw in bedrijf te kunnen stellen moet de
noodstopschakelaar terug uitgedraaid staan.
Let op!
Telkens voordat u van draairichting verandert dient u
te wachten tot de machine tot stilstand is gekomen;
anders kan de machine worden beschadigd. Om de
aandrijving van de machine niet te overbelasten moet
het toerental bij het werken met een hoog toerental
worden teruggezet voordat u de machine inschakelt.
Als de machine overbelast wordt of blokkeert, wordt
de sturing automatisch uitgeschakeld.
Verwijder de netstekker uit het stopcontact als u
de machine voor een tijdje niet gebruikt of
voordat u afstel- en onderhoudswerkzaamheden
verricht.
6.2 Afstellen van het toerental (fig. 21 - 22)
Met de toerenregelaar (1) kan het toerental van de
machine traploos worden afgesteld.
Met de toerenomschakelaar (32) kan het
toerentalgebied vooraf worden gekozen.
Toerenomschakelaar staat op "haas" (snel):
Toerental: 0-2500 t/min
Toerenomschakelaar staat op "schildpad" (trag):
Toerental: 0-1100 t/min
6.3 Koeling
Tijdens het draaien ontstaat wrijvingswarmte aan de
snijkant van de draaibeitel. Om de levensduur van de
draaibeitel te verhogen en het snijpatroon te
verbeteren is het aan te bevelen de draaibeitel tijdens
het werk te koelen. Gebruik daarvoor de bijgaande
oliefles (42) en een booremulsie die in water
oplosbaar en milieuvriendelijk is.
6.4 Draaien
6.4.1 Algemeen
Span de draaibeitel goed op in de
n
gereedschapshouder (23) (zie punt 5.6).
Span het werkstuk goed en zo diep mogelijk in de
n
drieklauwplaat (27) op.
Controleer of het werkstuk ronddraait.
n
Vergewis u er zich van dat de voeding
n
gedeactiveerd is (behalve bij het schroefdraad
draaien).
Schakel de machine in (zie punt 6.1).
n
6.4.2 Langsdraaien (fig. 1, 23-24)
Bij het langsdraaien beweegt de draaibeitel
evenwijdig met de as van het werkstuk.
Voor het langsdraaien van rechts naar links draait
n
u eerst de bedslede (5) met het handwiel voor
langsverplaatsing (4) zo ver naar links en de
bovenslede (7) met de kruk voor manuele
voeding (12) zo ver naar rechts dat de
verplaatsingsafstand van de bovenslede (7)
voldoende is voor de gehele bewerkingslengte.
Breng de hendel voedingsrichting (30) naar
n
positie 2, voedingsinrichting gedeactiveerd en zet
de bedslede (5) vast d.m.v. de voeding-
arreteerhendel (10).
Verplaats de dwarsslede (6) door draaien van de
n
kruk voor dwarsverplaatsing (8) zo ver terug dat
de draaibeitel de omvang van het werkstuk niet
raakt.
Stel dan de bovenslede (7) met de kruk voor de
n
manuele voeding (12) af zodat het punt van de
draaibeitel zich boven de grootste diameter van
het werkstuk bevindt.
Breng dan de dwarsslede (6) door draaien van de
n
kruk voor dwarsverplaatsing (8) langzaam naar
het werkstuk tot de draaibeitel het oppervlak van
het werkstuk lichtjes raakt.
Dit is nu de uitgangspositie voor het bewerken
n
van de buitendiameter van uw werkstuk. Een
deelstreep op de schaal aan de kruk voor
dwarsverplaatsing (8) komt overeen met 0,05 mm
werkstukdiameter (0,025 mm snijdiepte).
Let op!
Vergewis u er zich van dat de hendel voedingsrichting
(30) op positie 2, voedingsinrichting gedeactiveerd,
staat voordat u de machine inschakelt (zie punt
5.7.1).
NL
43